Noot 162

Hoge Raad van 9 juli 1990, NJ 1991, 198 (Van der Kloot/Spee) HR 26 april 1996, NJ 1996, 630 (Westduinweg/Konmar) HR 15 juni 2001, NJ 2001, 478 (Van Oest/Redevco) HR 6 september 1996, NJ 1997, 82, m.nt. P.A. Stein (Wassenaar/Haages) HR 25 oktober 1991, NJ 1992, 120 (Ossentjuk) HR 11 februari 2000, NJ 2000, 276 (WE Vastgoed/Van Rooijen) (…) is in de slotzin van art. 7A:1632a lid 2 BW (voorganger van artikel 7:303 lid 3 BW, Huurgeschil) bepaald dat de rechter een vordering tot huurverhoging zal afwijzen, voorzover zij op zodanige verbeteringen is gegrond. Dit komt kort gezegd hierop neer, dat bij het vaststellen van de huurprijs deze verbeteringen buiten aanmerking moeten worden gelaten.’