All-inhuurprijzen – Updates

Laatst bijgewerkt op 2022-09-11 om 21:25:29

  • 18 mei 2012. Kale huurprijs en geen all-inhuurprijs overeengekomen. Vonnis van de rechtbank Rotterdam, sector kanton, locatie Rotterdam, van 23 december 2011 ( LJN: BW2445, sector kanton Rechtbank Rotterdam, 1229748);
  • Bijgewerkt 31 oktober 2012. Formulieren huurcommissie geactualiseerd naar de modellen van 2012.
  • Bijgewerkt 10 juli 2014. Algehele aanpassing van dit hoofdsuk wegens invoering van nieuwe redactie van artikel 7:258 BW, 17 UHW en 17a UHW
  • Bijgewerkt 9 november 2014. Duidelijker onderscheid gemaakt tussen toetsing huur ex 7:249 BW, 7:258 BW en 17a UHW
  • Bijgewerkt 15 maart 2015. Tekstuele correcties toegepast.
  • Bijgewerkt 27 december 2015. Ingevoerd de afwijkende termijn van het toekomstige artikel 7:271 lid 1 BW van 18 maanden
  • Bijgewerkt 12 juni 2016. Duidelijk gemaakt dat de Huurcommissie bevoegd is ook een huuurprijs te splitsen als er sprake is van levering van warmte.
  • Bijgewerkt 12 juni 2016. Termijn van toetsing aanvangshuurprijs het vanaf 1 juli 2016 toepasselijke artikel 7:271 lid 1 BW in te voeren artikel aangepast van het één na laatste gewijzigde standpunt naar een periode van 1 jaar en een toetsing na 18 maanden na aanvang van de overeenkomst naar een huurperiode van 2 jaar en een mogelijke aanpassing binnen zes maanden na het einde van de overeengekomen periode van maximaal 2 jaren ex artikel 7:271 lid 1 BW.
  • Bijgewerkt 8 april 2019. In een vonnis van de kantonrechter te Rotterdam van 7 september 2018 (ECLI:NL:RBROT:2018:7443) was beslist dat de gesplitste huurprijs vaststond nu de verhuurder niet binnen de artikel 7:262 BW gestelde termijn beroep tegen deze uitspraak had vastgesteld. De door de verhuurder geuite stelling dat de gebreken waren verholpen, waardoor de huurprijs korting wegens gebreken was komen te vervallen, werd door de rechter gehonoreerd nu door de huurder hiertegen geen verweer was gevoerd.
  • Bijgewerkt 12 februari 2020. Onderdeel “Verzoek van een partij om all-inhuurprijs te splitsen” aangepast voor wat betreft het gedeelte dat de verhuurder een verzoek tot spitsing in kan stellen.
  • Bijgewerkt 18 maart 2020. De rechtbank Amsterdam heeft in haar vonnis van 30 november 2018 (ECLI:NL:RBAMS:2018:9147)  een geoordeeld dat er geen aanvangshuurprijs, maar alleen een all-in prijs is tot stand gekomen, zodat de rechter de huurprijs vast kon stellen op een bedrag van € 1.248,50 per maand.
  • Bijgewerkt 18 maart 2020.  In vervolg op de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 30 november 2018 (ECLI:NL:RBAMS:2018:9147) heeft het hof Amsterdam in haar arrest van 26 november 2019 (ECLI:NL:GHAMS:2019:4211) beslist dat er geen doorbreking van het appelverbod toegepast kon worden omdat de wet juist was toegepast.
  • Bijgewerkt 11 september 2022.  In het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 14 maart 2022 (ECLI:NL:RBAMS:2022:1179) werd een vordering door de verhuurder behandeld, waarin de verhuurder op een aantal rechtsgronden wijziging van een all-inhuurprijs vorderde naar een aanzienlijk hoger bedrag. Door de rechter werden deze vorderingen afgewezen.