Laatst bijgewerkt op 2023-02-16 om 00:42:13

In de onderdelen op de site wordt er verwezen naar deze lijst. Deze lijst staat op de site vanwege het algehele overzicht van de toegepaste begrippen.

a contrario(vanuit het tegenovergestelde) is een argumentatievorm waarbij een stelling wordt verdedigd door de stelling om te keren (er de negatie van te poneren) en dan te argumenteren dat deze negatie zeker niet juist is.

voorbeeld: “Jan houdt van Els. Als dat niet zo was, dan was hij er zeker nooit mee getrouwd

Aanbod
Een uitnodiging om een wilsovereenstemming aan te gaan. Als het aanbod aanvaard wordt, is er wilsovereenstemming en daarmee een overeenkomst. Het aanbod kan in het algemeen worden teruggetrokken vóór de aanvaarding en een vrijblijvend aanbod zelfs nog onmiddellijk na de aanvaarding.

Aanmanen
Een schriftelijk stuk waarin de schuldenaar wordt verzocht binnen een bepaalde termijn een vordering aan de schuldeiser te voldoen. Voldoet de schuldenaar niet binnen de gestelde termijn, dan komt hij in toestand van verzuim.

Aard- en nagelvast
Duurzaam verenigd met een erf of gebouw.Voorwerpen die aard- of nagelvast zijn verbonden worden beschouwd als onroerende zaken. Er moet sprake zijn van een zodanige hechte verbinding dat losmaken niet mogelijk is zonder breken of beschadigen.

Aanvullend recht
de wetgever geeft regels van regelend recht omdat hij meent dat partijen een dergelijke oplossing gewild zouden hebben als zij er aan hadden gedacht. Partijen zijn bevoegd om van deze regels af te wijken

Absolute competentie
Hierbij moet worden gekeken welke rechter bevoegd is om over de zaak te oordelen. Voor alle huurzaken is de rechtbank, sector kanton, in eerste aanleg bevoegd over de zaak een oordeel te geven, ongeacht de hoogte van de vordering. Met uitzondering van huur- en arbeidszaken is de rechtbank, sector kanton, bevoegd vorderingen te behandelen tot € 25.000. Voorts worden vorderingen in verband met consumentenkrediet tot een bedrag van € 40.000 in het vervolg door de sector kanton behandeld. De redactie van artikel 93 RV kan wat betreft de vorderingen verbandhoudende met consumentenkrediet tot verwarring leiden. De grens van € 40.000 wordt echter bepaald door artikel 3 van de Wet op het consumentenkrediet. In deze wet staat dat de regeling van de wet op het consumentenkrediet niet van toepassing is voor krediettransacties, waarbij de kredietsom meer dan € 40.000 bedraagt. Als dat zo is (dus de transactie beloopt een hoger bedrag dan € 40.000), is er dus geen sprake van een krediettransactie als bedoeld in de Wet op het consumentenkrediet en is de sector kanton niet bevoegd een oordeel over het geschil te geven.

Absorptieregel
Eén contractstype is overheersend met het gevolg dat de regels van dit contract toegepast moeten worden. Een voorbeeld hiervan is een huurovereenkomst en een overeenkomst tot verstrekking van maaltijden in een zorginstelling. De overeenkomst tot het verstreken van maaltijden kan niet los worden gezien van de huurovereenkomst. Opzegging van dat zorgcontract leidt tot opzegging van de huurovereenkomst.

Aedes
Aedes is een overkoepelende organisatie voor woningcorporaties. Aedes is gesprekspartner namens haar leden in onder meer politiek Den Haag. Lidmaatschap van Aedes biedt woningcorporaties de mogelijkheid invloed uit te oefenen op de beleidsvoorbereiding, beleidsontwikkeling en besluitvorming van de branchevereniging en daarmee het landelijk beleid van de volkshuisvesting.

Afhankelijke (bedrijfs) woning
De woning die bij bedrijfsruimte is verhuurd en die onder het huurregime van bedrijfsruimte valt.

Akte
Onder een akte wordt verstaan een processtuk dat een korte mededeling, zoals een enkele erkenning of ontkenning, een bewijsaanbod, de aankondiging van een productie of een reactie daarop bevat.

Algemene voorwaarden
Ook wel standaardvoorwaarden genoemd. Dit zijn uniforme bedingen die de gebruiker als bijlage bij soortgelijke huurovereenkomsten betrekt. Deze voorwaarden zijn voor de desbetreffende categorie dan veelal identiek. De standaardvoorwaarden voor woningen en bedrijfruimten verschillen van elkaar. Algemene voorwaarden kunnen worden vernietigd als zij als onredelijk bezwarend zijn, of in strijd zijn met een wettelijke regeling. De verhuurder van bedrijfsruimte heeft meer mogelijkheden aanvullende regelingen vast te leggen die in het nadeel van de huurder zijn, aangezien door de wet meer regels ter bescherming van de huurder van woonruimte zijn geformuleerd dan voor de huurder van bedrijfsruimte. Een consument of een klein bedrijf (kleiner dan 50 mensen) kan zich op de onredelijkheid van de voorwaarden beroepen.

All in-huurprijzen
Indien partijen één prijs zijn overeengekomen, waaruit het onderscheid tussen huurprijs en servicekosten niet is af te leiden.

Ambacht
Een ”’ambacht”’ is handwerk dat wordt aangeleerd om een beroep mee uit te oefenen.

De ambachten kunnen worden onderverdeeld in: Traditionele ambachten. Bijvoorbeeld: klompenmaker, touwslager, mandenvlechter, bezembinder. Sinds de industrialisatie zijn deze ambachten vrijwel uitgestorven. Vaak worden ze nog slechts beoefend als demonstratie voor een museumpubliek, bijvoorbeeld in het Nederlands Openluchtmuseum te Arnhem.

”Hedendaagse ambachten” – Bijvoorbeeld: timmerman, metselaar, smid, bakker (beroep)bakker, slager.

Appèl
Een ander woord voor hoger beroep. Dat stelt men in als men het met de inhoud van een vonnis niet eens is. Degene die beroep instelt wordt appellant genoemd, de gedaagde heet geappelleerde, of geïntimeerde.

Arrest
Uitspraak van gerechtshof of van de Hoge Raad.

Arrondissementsrechtbank
Gerecht in een arrondissement, meestal rechtbank genoemd. Er zijn negentien arrondissementen en dus negentien rechtbanken. Huurzaken worden behandeld in een afdeling van de rechtbank, zijnde de sector kanton.

Betekening
Uitreiking van een gerechtelijk of ambtelijk stuk door een in de wet aangegeven persoon (deurwaarder). De deurwaarder tracht dit stuk aan de betrokkene zelf te geven. Als dit niet lukt dan wordt het stuk aan het woonhuis van de betrokkene zelf achtergelaten, of per post door de deurwaarder naar de geadresseerde gestuurd.

Bestanddeel
Een onderdeel van een bepaalde zaak volgens verkeersopvatting (bijvoorbeeld een cv-installatie in een huis).

Bewijspositie
Degene die iets stelt moet volgens artikel 150 RV ook het bewijs van zijn stelling leveren. In beginsel kan het bewijs door alles worden geleverd. De voornaamste middelen zijn schriftelijk bewijs of bewijs door getuigen en verder door gerechtelijke plaatsopneming, deskundigenbericht, foto’s.

Brengschuld
Een schuld die door de schuldenaar bij de schuldeiser moet worden afgeleverd. Het betalen van huur is een brengschuld.

Boetebeding
Een bepaald beding in de overeenkomst en/of de bij de overeenkomst behorende algemene voorwaarden op grond waarvan de verhuurder van de huurder een boete bij overtreding kan opeisen. De boete kan zijn verschuldigd als de schuldenaar in toestand van verzuim is geraakt. De toestand van verzuim kan ontstaan na ingebrekestelling en niet voldoen van de verplichting binnen de in deze brief gestelde termijn, of kan van rechtswege ontstaan.

Bodemprocedure
Een bodemprocedure is de procedure waarin door de rechter een geschil definitief wordt beoordeeld. Meestal staat na een beslissing nog de mogelijkheid van hoger beroep open. Het financiële belang voor het instellen van hoger beroep dient tenminste het bedrag van € 1750,- te luiden.

Cassatie
Vernietiging door de Hoge Raad van uitspraken van lagere rechters waartegen beroep is ingesteld. De Hoge Raad beoordeelt of het recht goed is toegepast en doet geen onderzoek naar feiten.

Cessie
Wisseling van schuldeiser; de overdracht van een vordering op naam door een schuldeiser (de cedent) aan een derde (de cessionaris). Cessie moet schriftelijk geschieden en de schuldenaar (de debitor cessus) moet er van op de hoogte worden gesteld. Zolang dit niet is gebeurd kan de schuldenaar nog aan de oude schuldeiser betalen.

Conclusie
Onder een conclusie wordt verstaan elk processtuk dat dieper op de inhoud van het geschil ingaat dan hiervoor bedoeld.

Comparitie
Het verschijnen van partijen voor de rechter om aan deze inlichtingen te verschaffen of om te bezien of partijen tot een schikking zijn te bewegen. Vanaf oktober 2019 wordt dit een mondelinge behandeling genoemd.

Contractsvrijheid
De vrijheid dat men vrij is de overeenkomsten te sluiten die men wil en de inhoud hiervan zelf te bepalen.

Codificatie
Systematisch bijeenbrengen in wetboeken van al het recht op een bepaald gebied.

Conventie
Vordering van eisende partij in een burgerlijk rechtsgeding; als de wederpartij in dezelfde procedure ook een vordering indient wordt dit de procedure in reconventie genoemd.

Conversieregel
Door de conversie regel wordt een formeel onjuiste (nietige) handeling omgezet in een formeel juiste handeling als hierdoor de belangen van beide partijen niet wordt geschaad of als het oproepen van een dergelijke regel alleen vertraging kan veroorzaken, maar de gevolgen niet tegen kunnen houden. Bijvoorbeeld: een onjuiste termijn van opzegging wordt omgezet in een juiste termijn van opzegging.

Coöptatierecht
Het recht van de achterblijvende huurders om een nieuwe huurder te kiezen.

Descente
Gerechtelijke plaatsopneming. De rechter stelt zich op de hoogte van feiten en omstandigheden die met de zaak te maken hebben.

DAEB-woning
DAEB is een afkorting voor: diensten van algemeen economisch belang: diensten van algemeen economisch belang.
De Woningwet geeft in artikel 1 een nadere omschrijving van dit begrip:
a. artikel 106, tweede lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en
b. het besluit van de Europese Commissie van 20 december 2011 (PbEU 2012, L 7) betreffende de toepassing van dat lid op staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, verleend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen.
Onder DAEB-woningen vallen alle gereguleerde huurwoningen. Onder de DAEB vallen dus: alle woningen met een huur onder de liberalisatiegrens en alle woningen met een huur daarboven die een gereguleerd contract hebben, waaronder de woningen die bij aanvang een huur hadden onder de toenmalige liberalisatiegrens. Als woning wordt verhuurd met een huurprijs boven de liberalisatiegrens, dan wordt deze woning niet als een DAEB-woning aangemerkt. Als maatschappelijk vastgoed niet meer aan de gebruikscriteria voldoet, dient het niet langer als DAEB te worden aangemerkt.

(Deurwaarders) exploot
Een schriftelijke mededeling door een deurwaarder, waarvan door deze een akte is opgemaakt.

Dienstwoning
De werknemer heeft de aan de werkgever toebehorende woning nodig ten behoeve van de uitoefening van zijn functie. Het recht op bewoning eindigt bij beëindiging van de dienstbetrekking. Het gebruik van de dienstwoning staat veelal als eis aan de functie in de arbeidsovereenkomst vermeld. Er hoeft niet sprake te zijn van een arbeidsovereenkomst. Het is van belang of de woning ter beschikking is gesteld met het oog op de aard van de te verrichten werkzaamheden en het bewonen van de woning dus behoort tot de uit de werkzaamheden voortvloeiende verplichtingen en de bewoning in belangrijke mate bijdraagt, althans kan bijdragen aan een goede taakvervulling. Daaraan doet niet af dat al vóór het ter beschikking stellen van de woning werkzaamheden van dezelfde aard door betrokkene werden verricht. Er is ook niet slechts sprake van een dienstwoning wanneer er tevens sprake is van een arbeidsovereenkomst. De verplichting om in een bepaalde woning te ‘moeten’ wonen, gaat overigens niet zover dat pas van een eigenlijke dienstwoning gesproken kan worden indien het bewonen van de woning noodzakelijk is voor een goede vervulling van de werkzaamheden door de bewoner. Het wordt voldoende geacht als het bewonen van de woning een goede vervulling van de werkzaamheden bevordert. De verplichting om in het kader van de uit te voeren werkzaamheden de woning te bewonen hoeft niet schriftelijk vastgelegd te worden. Uit feiten en omstandigheden kan ook worden herleid dat op enig moment gedurende de werkzaamheden de verplichting ontstaat dat een werknemer en-of vrijwilliger, etc. in een bepaalde dienstwoning moet gaan bewonen. Daarnaast is beslissend de vraag of de (objectieve) situatie het praktisch bezwaarlijk maakt dat de woonruimte door een ander dan de huurder van de bedrijfsruimte wordt bewoond (Hoge Raad 26 november 2004, WR 2005, 13). In een dergelijk geval kan er niet sprake zijn van een dienstwoning. ( ECLI:NL:RBARN:2010:BK8814) De bewoner van een dienstwoning heeft geen recht op huurbescherming.

Discretionaire bevoegdheid
Binnen het kader van de wet heeft de rechter de bevoegdheid de zaken naar eigen inzicht af te handelen.

Dringend eigen gebruik
De verhuurder meent het gehuurde zelf nodig te hebben. In een dergelijke procedure moet de verhuurder van woonruimte zijn dringende noodzaak aantonen, de belangenafweging moet naar de verhuurder doorslaan en er moet passende vervangende woonruimte voor de verhuurder aanwezig zijn. Aan alle drie de eisen moet worden voldaan om met succes beroep op deze opzeggingsgrond te kunnen doen. Voor huurbeëindiging van bedrijfsruimte geldt dat de verhuurder aannemelijk moet maken dat de kring van personen waarvoor deze mogelijkheid is mogelijkheid van opzegging in het leven is geroepen de bedrijfsruimte dringend nodig heeft. Een belangenafweging hoeft bij bedrijfsruimte niet te worden toegepast. De vordering is dus ook toewijsbaar als de verhuurder daarbij geen eigen belang heeft. De regeling voor bedrijfsruimte verschilt dus aanmerkelijk van de regeling met betrekking tot woonruimte. Op grond van 7:296 lid 3 BW kan er door de verhuurder van bedrijfsruimte nog een beroep worden gedaan op een algemene afweging van belangen.

Dwaling
Een verkeerde veronderstelling van zaken waarvan iemand is uitgegaan toen hij de overeenkomst sloot, die hij onder juiste voorstelling van zaken niet zou hebben gesloten.

Dwingend recht
Partijen zijn niet vrij om van de wettelijke regeling af te wijken. Doet men dat toch dan zijn de gemaakte afspraken nietig, of vernietigbaar. De wettelijke regeling geeft aan welk effect overtreding van een wettelijke bepaling heeft. Overtreding van de wettelijke regeling kan het gevolg hebben dat deze afwijking nietig of vernietigbaar is.

Eenzijdige rechtshandeling.
Een eenzijdige rechtshandeling brengt al rechtsgevolg met zich mee door de openbaring van de wil van één partij. Voor een eenzijdige rechtshandeling is er dus geen wilsovereenstemming van een andere partij te bestaan om effect te sorteren. De opzegging is daarom een mooi voorbeeld voor een eenzijdige rechtshandeling. Een ander voorbeeld van een eenzijdige rechtshandeling is een testament.

Eindafrekening
Een overzicht aan definitieve servicekosten dat de verhuurder van woonruimte uiterlijk zes maanden na het daar voorafgaande boekjaar aan de huurder toe moet sturen. Doet de verhuurder dit niet of te laat, dan loopt hij kans dat het vorderingsrecht is verwerkt. Voor bedrijfsruimte is geen wettelijke regeling vastgelegd. Voor de gemaakte afspraken dient het huurcontract als basis van de over en weer vastgelegde verplichtingen.

Executeren van een vonnis
De deurwaarder zorgt voor ten uitvoerlegging van een vonnis. De fase vangt aan met de betekening van het vonnis. Alle daarop volgende handelingen van de deurwaarder vallen onder de executie van het vonnis.

Executiegeschil
Een voorbeeld: Er is sprake is van een ontruimingsvonnis dat uitvoerbaar bij voorraad is verklaard. De huurder wenst ontruiming van de woning te voorkomen hangende een hoger beroep procedure. De rechter kan in kort geding beslissen over de rechtmatigheid van de executie.

Exoneratiebeding
Een beding in een overeenkomst waarbij een partij haar aansprakelijkheid voor eventuele tekortkomingen in verplichtingen voortvloeiende uit de uitvoering van de overeenkomst geheel of gedeeltelijk uitsluit.

Forfaitaire vergoeding
Forfaitair wil zeggen “vast bedrag”. Bijvoorbeeld het bedrag dat door het Ministerie van Binnenlandse zaken wordt voorgeschreven als een huurder van woonruimte in verband met renovatiewerkzaamheden dient te verhuizen.

Ex nunc
Als de rechter de actuele situatie beziet tijdens de toetsing van een bezwaarschrift betreft het een heroverweging ex nunc, de rechter kijkt dan naar de huidige omstandigheden

Ex tunc
Beoordeling ex tunc is een beoordeling naar de situatie die bestond op het moment dat de huurovereenkomst werd gesloten.

Franchiseovereenkomst
Franchising is een vorm van samenwerking tussen zelfstandige ondernemingen. De franchisegever laat de franchisenemer tegen een vergoeding gebruik maken van commerciële instrumenten, producten en diensten. Franchisenemers maken bijvoorbeeld gebruik van een bestaande handelsnaam, merknaam, reclame, inrichting en formule van de franchisegever. De bedrijven presenteren zich hiermee op dezelfde manier. Franchising is niet specifiek in de wet geregeld. Wel zijn er naast het burgerlijke recht enkele specifieke wetten van belang zoals de Mededingingswet (bepaalde afspraken over prijs, marktgebied en afnameverplichtingen zijn niet toegestaan), de Handelsnaamwet en de Benelux Merkenwet.

Gehengen
Dulden, lijdelijk moeten toezien, gedogen.

Geliberaliseerde woonruimte
Een huurovereenkomst is geliberaliseerd als het gaat om een zelfstandige woonruimte waarvan bij begin van de bewoning een huurprijs gold die boven de toen geldende liberalisatiegrens (bijlage I bij de “Circulaire Parameters huurtoeslag, inkomensgrenzen, inkomensafhankelijke huurverhoging en overige bedragen 2020“) lag. Bovendien moet de huurovereenkomst op of na 1 juli 1994 tot stand zijn gekomen.
De regering bevordert dat goedkopere huurwoningen weer een lagere huurprijs krijgen indien zij worden toegewezen aan huishoudens met een lager inkomen. Dit uitgangspunt wordt gedeeltelijk losgelaten voor huurovereenkomsten die tussen 1 juli 1989 en 1 juli 1994 zijn gesloten. De huurprijsliberalisatie geldt immers niet voor huurovereenkomsten die die tussen 1 juli 1989 en 1 juli 1994 tot stand zijn gekomen, waarop de interim-huurliberalisatiemaatregel van toepassing was.

Onder deze interim-maatregel, van kracht van 1 juli 1989 tot 1 juli 1994, zijn de zelfstandige woningen geliberaliseerd die voor het eerst op of na 1 juli 1989 werden bewoond en waarvan bij de aanvang van de bewoning een huurprijs was overeengekomen, die uitsteeg boven de huurliberalisatiegrens. Dit geldt ook voor woonruimte verbouwde bergingen met een huurprijs boven de liberalisatiegrens (Ktr. Amsterdam 26 augustus 1997, WR 1999, 4).
Voor al eerder gerealiseerde woonruimte, die ook al eerder is verhuurd, geldt dat deze woonruimte onder het regime van niet-geliberaliseerde woonruimte valt ook als de huurprijs boven de liberalisatiegrens ligt. Woonruimte met een huurprijs onder de liberalisatiegrens valt altijd onder het regime van niet-geliberaliseerde woonruimte.

Gedekt verweer
Een gedekt verweer is prijsgegeven verweer. In hoger beroep mag een nieuw verweer ten principale gevoerd worden, tenzij dit in eerste aanleg werd gedekt. Het prijsgeven moet met zekerheid kunnen worden afgeleid uit de processuele gedraging of houding van de verweerder in de eerste instantie.

Gemengde overeenkomsten
Men spreekt van een gemengde overeenkomst indien deze de kenmerken heeft van verschillende soorten overeenkomsten; bijvoorbeeld huur en koop, huur en opdracht, huur en arbeid (dienstwoning), huur en geldlening, etc. Niet bepalend is of de rechtsverhouding van partijen belichaamd is in een samenstel van documenten of slechts in één.

Haviltex-maatstaf
Dit begrip ontstond door een bepaalde uitleg die de Hoge Raad in een arrest toepaste. Dit werd de Haviltex-maatstaf genoemd. Dit begrip komt erop neer dat wat partijen in een schriftelijke overeenkomst zijn overeengekomen niet enkel kan worden beantwoord op grond van een zuiver taalkundige uitleg van de overeenkomst. Het komt mede aan op de zin die partijen over en weer aan elkaars verklaringen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. De rechten en verplichtingen van partijen ten opzichte van elkaar worden niet alleen bepaald door hetgeen zij uitdrukkelijk zijn overeengekomen, maar ook door de redelijkheid en billijkheid die hun rechtsverhouding beheerst. Bij de uitleg dienen alle relevante feiten en omstandigheden die partijen hebben aangevoerd te worden betrokken.

Hoge Raad (HR)
Nederland heeft diverse rechtsprekende instanties. De Hoge Raad is het hoogst rechtsprekende college. Deze instantie is heel belangrijk voor de rechtsontwikkeling in Nederland. Er is één Hoge Raad. De instantie behandelt namelijk voornamelijk cassatie verzoeken. Een cassatieverzoek is een verzoek van een procespartij om een uitspraak die in een hoger beroep zaak is gedaan te toetsen op wijze waarop het recht is toegepast. Degene die cassatie instelt kan niet stellen dat de feiten niet kloppen, maar stelt dat op basis van de feiten het recht verkeerd is toegepast.

Hoofdelijke aansprakelijkheid
Partijen kunnen ieder voor het geheel worden aangesproken. De betaling door de één doet de vordering te niet gaan. De ene partij kan dan wel een regresrecht op de andere partij hebben.

Hoofdverblijf
De plek waar men regelmatig eet, slaapt en verblijft. Dit hoeft niet de echtelijke woning te zijn.

Huisvestingsvergunning
In sommige gemeenten is een vergunning voor het in gebruik geven en nemen van een woning vereist (bijvoorbeeld Amsterdam). De huisvestigingsvergunning is gebaseerd op een huisvestigingsverordening. De achterliggende reden is dat het woningbestand op eerlijke wijze moet worden verdeeld en dat de diverse bevolkingsgroepen gelijk over de stad worden verdeeld. In het kader van de verhuring van middenhuur woningen is nu ook in sommige steden een vergunning nodig voor woningen met een huurprijs vanaf de liberalisatiegrens tot circa € 1000.

Huisvredebreuk
Tegen de wil van een bewoner wordt een woning binnengedrongen en daarmee het huisrecht geschonden. Een verhuurder mag niet onaangekondigd en zonder toestemming van de huurder het gehuurde betreden.

Huishoudinkomen in verband met inkomensafhankelijke huurverhoging
Het huishoudinkomen bestaat uit het gezamenlijk verzamelinkomen van de huurder en de overige bewoners van de woning van 2 kalenderjaren eerder. Het verzamelinkomen is het gezamenlijke bedrag van het inkomen uit werk en woning (box 1), het inkomen uit aanmerkelijk belang (box 2) en het belastbare inkomen uit sparen en beleggen (box 3). Voor de samenstelling van het huishouden is bepalend wie er op de datum van de voorgestelde ingang van de huurverhoging in de woning wonen. Bij een huurverhoging per 1 juli 2018 is dus bepalend wie er op 1 juli 2018 in de woning wonen. Van hen wordt dan het gezamenlijk inkomen over 2016 meegeteld.
Van inwonende jongeren die op 1 januari 2018 nog niet de leeftijd van 23 jaar hebben bereikt, wordt alleen het inkomen dat het minimumloonniveau 2016 (€ 19.253) overstijgt meegeteld.

Huurovereenkomst
De overeenkomst waarbij de ene partij, de verhuurder, zich verbindt de andere partij, de huurder, het genot van een zaak te doen hebben, gedurende een bepaalde tijd en tegen een bepaalde prijs.

Huurharmonisatie
Het onderling aanpassen van de huurprijs. Een voorbeeld van Huurharmonisatie is: woningen met een huurprijs boven 75% van de maximum huurprijs krijgen geen huurverhoging; woningen met een huurprijs tussen 65% en 75% van de maximum huurprijs krijgen een huurverhoging ter hoogte van de inflatie; woningen met een huurprijs lager dan 65% van de maximum huurprijs krijgen een huurverhoging ter hoogte van de inflatie plus 1,5%. Hieronder wordt ook verstaan huurstijgingen in het kader van nieuwe verhuringen bij vrijgekomen woningen.

Huurbeding
Een regeling in de hypotheekakte die de verhuurder/eigenaar verbiedt om de onroerende zaak te verhuren.

Huurovereenkomst voor onbepaalde tijd
Partijen hebben een aanvangsdatum van de huurperiode (bijvoorbeeld 1 januari 2005) afgesproken, maar geen einddatum bepaald.

Huurprijstoeslaggrens
Huurders kunnen huurtoeslag aanvragen als hun huur in verhouding tot hun inkomen te hoog is. Huurtoeslag (voorheen huursubsidie) wordt bij de Belastingdienst aangevraagd. Om in aanmerking te komen voor huurtoeslag mag de rekenhuur niet hoger zijn dan liberalisatiegrens . Een huurtoeslag wordt alleen verstrekt aan de huurder van zelfstandige woonruimte. Of de huurder huurtoeslag krijgt, hangt onder andere af van het inkomen en het vermogen van de huurder (spaargeld en beleggingen).

Verschillende aftoppingsgrenzen (basis 2017, 2018, 2019,2020 en 2021)

  • Voor huurders onder de 23 jaar geldt een andere aftoppingsgrens van een huur van € 414,02 (2017) € 417,34 (2018), € 424,44 (2019), € 432,51 (2020)en € 442,46 per maand (zonder kind);
  • Voor huurders met een leeftijd van 23 jaar en ouder en met een huishouden van 1 tot 2 personen geldt een aftoppingsgrens aan huur per maand van € 592,55 (2017), € 597,30 (2018), € 607,46 (€ 2019) € 619,01 (2020) en € 633,25 (€ 2021);
  • Voor huurders met een leeftijd van 23 jaar en ouder en met een huishouden van 3 of meer personen geldt een aftoppingsgrens aan huur per maand van € 635,05 (2017), € 640,14 (2018), € 651,03 (2019), € 663,40 (2020) en € 678,66 (2021);
  • Ongeacht de leeftijd is de maximale aftoppingsgrens € 710,68 (2017 en 2018), € 720,42 (2019), € 737,14 (2020), € 752,33 en €  763,47 (2022;
  • De kwaliteitsgrens luidt € 414,02 (2017), € 417,34 (2018), € 424,44 (2019), € 432,51 (2020) en € 442,46.

Huurovereenkomst voor bepaalde tijd

In de huurovereenkomst is een ontruimingsdatum van het gehuurde overeengekomen.

Huurprijs, wettelijk vastgestelde
De wetgever heeft de mogelijkheid om in te grijpen in de door partijen overeengekomen huurprijs (bijvoorbeeld aanpassing van de aanvangshuurprijs binnen zes maanden na totstandkoming van de huurovereenkomst.

Huurtoeslag, maximum inkomensgrenzen 

Huishoudens 2021 2022
Eenpersoons € 23.725 € 24.075
Meerpersoons € 32.200 € 32.675
Eenpersoonsouderen € 23.650 € 23.975
Meerpersoonsouderen € 32.075 € 32.550

 Incassobeding
Een bepaling in de huurovereenkomst, waarin gerechtelijke- en buitengerechtelijke kosten verschuldigd zijn als de huurder nalatig blijft. Vaak worden de kosten gefixeerd op 15% van het te incasseren bedrag. In het algemeen dienen de kosten te worden beperkt tot de redelijke kosten als vermeld in het rapport Voorwerk II. In het rapport Voorwerk II geven de kantonrechters een aanbeveling voor de redelijkheid van de hoogte van incassokosten. Hoe hoger de vordering des te lager het percentage dat als incassokosten als redelijk wordt geacht. De schuldenaar kan de rechter verzoeken de incassokosten te matigen als er hogere bedragen aan incassokosten worden berekend, dan de kosten die op grond van het rapport Voorwerk II als redelijk aangemerkt worden. De rechter kan matiging van de berekende incassokosten ook ambtshalve toepassen. De nieuwe incassowet geeft regels over in rekening te brengen incassokosten ten laste van consumenten en kleine bedrijven zoals eenmanszaken. De wet treedt 1 juli 2012 in werking. In het geval dat de schuldenaar geen consument is, kunnen partijen overeenkomen af te wijken van de wettelijke regeling voor incassokosten.

Indexeringsclausule
Jaarlijkse contractuele huurverhoging die tot doel heeft om het effect van een eventuele inflatie op te heffen.

Ingebrekestelling
Schriftelijke kennisgeving van de schuldeiser dat hij een, op een in die kennisgeving aangeven tijdstip, nakoming van de verplichting van zijn schuldenaar verlangt. Als de schuldenaar hieraan geen gevolg geeft, is hij na het verstrijken van deze termijn in verzuim.

Inkomensafhankelijke verhoging

Zie voor de verhogingen en de percentages vanaf 2013 de pagina “Inkomensafhankelijke huurverhoging“.

Inkomensgrens staatssteunregeling woningcorporaties
Zie:  Inkomensgrens staatssteunregeling woningcorporaties

Jurisprudentie
Rechtspraak, rechtsmacht, rechtelijke bevoegdheid, rechtsgebied. De belangrijkste uitspraken worden door de Hoge Raad gedaan.

Kortgeding
Snelle civielrechtelijke procedure die alleen kan worden gevoerd als er spoedeisend belang mee gemoeid is.

Korte duur, overeenkomst
Overeenkomst van korte duur betreft de huur van woonruimte waarvan tussen partijen ondubbelzinnig de bedoeling bestaat deze woonruimte voor slecht een korte periode te verhuren. Voorbeelden zijn vakantie-, of zomerhuisje en bijvoorbeeld een wisselwoning. Op deze overeenkomsten zijn de beschermende bepalingen van het huurrecht niet van toepassing. Dit kan anders zijn als partijen aanvankelijk de bedoeling hadden een overeenkomst voor korte duur aan te gaan, maar de woonduur op een zeker moment ruimschoots de overeengekomen termijn heeft overschreden.

Kracht van gewijsde
De rechtelijke beslissing krijgt kracht van gewijsde wanneer een procespartij zijn rechtsmiddelen (verzet, hoger beroep) tegen een vonnis niet binnen de door de wet gestelde termijn heeft gebruikt.

Liberalisatiegrens
De liberalisatiegrens geeft de scheiding weer tussen sociale woonruimte en vrije sector woonruimte. Voor sociale woonruimte gelden wettelijke regels in verband met huurverhoging en de afrekening van servicekosten. Voor sociale woonruimte geldt aldus huurprijsbescherming. Voor vrije sectorwoonruimte gelden geen specifieke regels voor huurverhoging en de afrekening van servicekosten (behalve de verplichting jaarlijks een specificeerde afrekening naar de huurder te sturen). De liberalisatiegrens wordt vanaf 1 januari 2011 vastgesteld op 1 januari van elk jaar. De huurprijs bij aanvang van de huurovereenkomst is bepalend voor de vraag onder welk huurregime de huurovereenkomst valt. Vanaf 1 januari 2016 wordt de liberalisatiegrens voor drie jaren bevroren. Reden voor deze bevriezing van de liberalisatiegrens wordt geregeld in het wetsvoorstel dat het corporatiestelsel herziet. Deze stelselwijziging wordt na goedkeuring door het parlement vermoedelijk vanaf 1 juli volgend jaar van kracht. Huurovereenkomsten woonruimte tot 1 juli 1989 zijn dus allemaal niet-geliberaliseerd onverschillig welke huurprijs van toepassing was bij aanvang van de huurovereenkomst. Uit artikel 7:247 BW volgt dat onzelfstandige woonruimte onder dezelfde wettelijke regels valt als niet-geliberaliseerd zelfstandige woonruimte.
De liberalisatiegrens beloopt per:

Medehuur
Een andere gebruiker van de woning dan de huurder verwerft zelfstandige rechten die hij ten aanzien van de verhuurder kan inroepen.

Maximum prijzen (tarief) Warmtewet aansluitingen tot en met 100 kW

De Warmtewet is deze wet bedoeld om de verbruikers te beschermen tegen te hoge tarieven (consumentenbescherming). Er vindt een tariefregeling plaats. Er worden maximum prijzen voorgeschreven. Zie Maximum prijzen (tarief) Warmtewet

Medehuurder, wettelijk
De wet zegt dat een bepaalde categorie personen als medehuurder worden beschouwd (echtgenoten en geregistreerde partners). Door het gehuurde als hoofdverblijf te gebruiken, krijgt deze samenwoner de status van medehuurder. Deze samenwoner verliest deze status weer bij het verplaatsen van het hoofdverblijf uit het gehuurde naar een andere ruimte.

Mondelinge behandeling

Het verschijnen van partijen voor de rechter om aan deze inlichtingen te verschaffen of om te bezien of partijen tot een schikking zijn te bewegen. Vanaf oktober 2019 vervangt deze term de comparitie van partijen. De mondelinge behandeling omvat meer dan de comparitie van partijen, omdat tijdens de mondelinge behandeling ook deskundigen en getuigen gehoord kunnen worden. Dat was niet mogelijk tijdens de comparitie van partijen.

Nietig
Niet rechtsgeldig. De geldigheid heeft van aanvang af ontbroken. Een huurovereenkomst is nietig als zij in strijd is met de goede zeden of de openbare orde, of de wet (bijvoorbeeld verhuren in strijd met artikel 108 van de Wet op het Primair Onderwijs Noot 0c . De vernietiging kan zowel buiten rechte als door rechtelijke tussenkomst plaatsvinden. Een nietige overeenkomst kan worden geconverteerd in een geldige overeenkomst.

Niet geliberaliseerde woonruimte
Een huurovereenkomst is niet-geliberaliseerd als het gaat om een zelfstandige woonruimte waarvan bij begin van de bewoning een huurprijs gold die onder de toen geldende huurprijsliberalisatiegrens lag. Bovendien moet de huurovereenkomst op of na 1 juli 1994 tot stand zijn gekomen.

Huurovereenkomsten die onder de interim-maatregel vallen zijn niet-geliberaliseerd als er sprake is van reeds bestaande woonruimte, die eerder waren bewoond en die opnieuw gedurende deze interim-periode zijn verhuurd en waarvan de huurprijs boven of onder de huurliberalisatiegrens lag. Onder deze interim-maatregel, van kracht van 1 juli 1989 tot 1 juli 1994, zijn de zelfstandige woningen geliberaliseerd, die voor het eerst op of na 1 juli 1989 werden bewoond en waarvoor bij de aanvang van de bewoning een huurprijs was overeengekomen, die uitsteeg boven de maximale huurprijs waarbij individuele huursubsidie werd toegekend. Dit geldt ook voor woonruimte verbouwde bergingen met een huurprijs boven de liberalisatiegrens (Ktr. Amsterdam 26 augustus 1997, WR 1999, 4).

Nulpuntenlijsten
De door de huurcommissie gehanteerde (nulpunten)lijst van gebreken bestaat uit drie categorieën: lichte (overige) gebreken (lijst C) naar ernstige (lijst B) tot zeer ernstige gebreken (lijst A). Bij elke categorie hoort een bepaald percentage waarmee de huur kan worden verminderd gedurende de periode dat het gebrek zich voordoet.

Objectgebonden huur
Objectgebonden huur betekent dat de huur niet kan worden gewijzigd als de samenstelling van huurders wordt veranderd.

Onderhuur
Onderhuur is de huurovereenkomst tussen de huurder en een derde, waarbij eerstgenoemde als verhuurder optreedt.

Oneigenlijke dienstwoning
Is er geen sprake van een echte of eigenlijke dienstwoning, dan is er sprake van een oneigenlijke dienstwoning.

Ongerechtvaardigde verrijking
De toeneming van vermogen (zonder rechtsgrond) bij de ene die zonder voldoende rechtsgrond ten koste gaat van het vermogen van de ander.

Onroerende aanhorigheid
Voorzieningen die naar hun aard of krachtens overeenkomst deel uitmaken van het gehuurde. In beginsel is aanhorig de voorziening die krachtens de overeenkomst tot het gehuurde behoort, mits de huurder daarvan ook in overwegende mate het feitelijke en exclusieve gebruik heeft.

Onvrije woning
Een woning waarbij de bewoner voor wezenlijke voorzieningen niet afhankelijk is van gemeenschappelijke voorzieningen, maar waarbij verscheidene vertrekken uitkomen op een gemeenschappelijke verkeersruimte.

Ontbinding van huurovereenkomsten
In het algemeen betekent dit dat de huurder tekort is geschoten in nakoming van zijn verplichtingen, waarvan de tekortkoming dermate groot is dat dit beëindiging van de overeenkomst rechtvaardigt. Er hoeft geen opzeggingstermijn in acht worden genomen.

Ontruimingsbeding
Huurder en verhuurder komen in het huurcontract overeen dat de woning op een bepaalde overeengekomen periode (bijvoorbeeld 31 december van een bepaald jaar) zal worden ontruimd.

Ontvangsttheorie
Een verklaring moet om haar werking te hebben, de geadresseerde hebben bereikt.

Onvoorziene omstandigheden
Hieronder moet worden verstaan die omstandigheden die die partijen niet uitdrukkelijk of stilzwijgend in hun overeenkomst hebben verdisconteerd, waarin zij niet hebben voorzien.

Onzelfstandige woning
De woning heeft geen eigen toegang en kan niet worden bewoond zonder daarbij afhankelijk te zijn van wezenlijke voorzieningen buiten de woning.

Onverschuldigde betaling
De wet spreekt over onverschuldigde betaling als zonder rechtsgrond een betaling aan een ander is gedaan. Bijvoorbeeld een betaling die abusievelijk naar een verkeerde bankrekening is overgemaakt. Is daar van sprake dan kan dat deze betaling, als onverschuldigd, worden teruggevorderd.

Opschorting huur
Het tijdelijk niet betalen van (een gedeelte van) de huur. Meestal wordt dit middel gebruikt als het gehuurde gebreken heeft en de verhuurder weigert de gebreken te herstellen. Door het opschortingsrecht wordt de betalingsverplichting uitgesteld. Na herstel van de gebreken moeten de opgeschorte bedragen alsnog worden betaald. Opschorting van de huur mag slechts evenredig aan het gebrek plaatsvinden. Opschorting van huur kan in algemene voorwaarden worden uitgesloten, omdat van deze regeling (artikel 6:52 BW) kan worden afgeweken.

Opzeggingsgronden
De in de wet genoemde redenen die kunnen leiden tot beëindiging van de huurovereenkomst. Voor het beëindigingen van een huurovereenkomst door opzegging is een opzeggingstermijn vereist.

Opzegging van een huurovereenkomst
Door opzegging kan de huurovereenkomst worden beëindigd. Deze mogelijkheid kan worden gebruikt als één van de partijen tekortschiet, maar dit hoeft niet. Is vaak noodzakelijk als eerste stap om de huurovereenkomst te laten eindigen. Bij woon- en (winkel)bedrijfsruimte is als formaliteit onder meer een aangetekende brief (of een deurwaarders exploot) voorgeschreven. Er moet een opzeggingstermijn in acht worden genomen.

Oude recht
Het recht dat voor 2003 van toepassing was. Rond augustus 2003 is het huidige recht ingevoerd, waarin veel jurisprudentie is opgenomen dat onder het oude recht was geformuleerd.

Overeenkomst
Een afspraak tussen één of meer partijen met de bedoeling een bepaald (rechts) gevolg in het leven te roepen.

Oplevering
Het gehuurde leeg en ontruimd aan de verhuurder ter beschikking stellen bij het einde van de huurovereenkomst.
Het gehuurde aan de huurder ter beschikking stellen bij aanvang van de huurovereenkomst.

Pachtovereenkomst
Deze overeenkomst wordt niet onder huurovereenkomst begrepen. Zij wordt bij afzonderlijke wet geregeld. Boek 7 Titel 5 BW regelt de overeenkomsten die de strekking hebben een hoeve of los land ter uitoefening van de landbouw in gebruik te geven tegen voldoening van een tegenprestatie.

Proefperiode
De in de wet opgenomen mogelijkheid om met betrekking tot de verhuur van een inwonende kamerhuurder binnen een termijn van 9 maanden te beslissen om deze verhuur te continueren. Bij opzegging binnen deze termijn van 9 maanden wordt de huurder niet beschermd. Na deze periode geniet de huurder wel huurbescherming.

Proportionaliteitsbeginsel
De straf moet staan in verhouding tot de overtreding. Men kan bijvoorbeeld niet ontbinding van een huurovereenkomst vorderen als schending van de overeenkomst dit niet rechtvaardigt en als het effect ook met een minder sterk middel kan worden bereikt.

Rapport Voorwerk II
In het rapport Voorwerk II geven de kantonrechters een aanbeveling voor de redelijkheid van de hoogte van incassokosten. Hoe hoger de vordering des te lager het percentage dat als incassokosten als redelijk wordt geacht.

Rechtbanken (Rb)
Rechtbanken beoordelen in hun arrondissement een zaak in eerste aanleg. Huur- en arbeidszaken worden behandeld door de rechtbank, afdeling kantonzaken. Voorts is deze afdeling van de rechtbank bevoegd vorderingen te behandelen tot € 25.000. Voorts worden vorderingen in verband met consumentenkrediet tot een bedrag van € 40.000 in het vervolg door afdeling kantonzaken van de rechtbank. De redactie van artikel 93 RV kan wat betreft de vorderingen verbandhoudende met consumentenkrediet tot verwarring leiden. De grens van € 40.000 wordt echter bepaald door artikel 3 van de Wet op het consumentenkrediet. In deze wet staat dat de regeling van de wet op het consumentenkrediet niet van toepassing is voor krediettransacties, waarbij de kredietsom meer dan € 40.000 bedraagt. Als dat zo is (dus de transactie beloopt een hoger bedrag dan € 40.000), is er dus geen sprake van een krediettransactie als bedoeld in de Wet op het consumentenkrediet en is de sector kanton niet bevoegd een oordeel over het geschil te geven.

Rechtsopvolging onder algemene titel
Opvolging in een geheel vermogen of een evenredig gedeelte daarvan: erfopvolging, boedelmenging. Alle rechten en verplichtingen gaan over op de rechtsopvolger.

Rechtsopvolging onder bijzondere titel
Verkrijging van één of meer bepaalde zaken: overdracht. De verkrijger onder bijzondere titel verkrijgt in principe geen verplichtingen, maar wel de bij de zaak behorende kwalitatieve rechten;

Rechtsverwerking in het kader van verjaring
Door stilzitten verliest een partij het recht om zijn rechten in een procedure af te dwingen. Verjaring van een geldvordering luidt vijf jaar na opeisbaar worden van de vordering. De verhuurder kan de verjaring wel stuiten binnen vijf jaar. Dan begint er weer een verjaringstermijn van vijf jaar te lopen.

Rechtsverwerking in het kader bijzondere omstandigheden
Onder bijzondere omstandigheden kan de schuldeiser binnen een verjaringstermijn zijn vorderingsrecht verliezen. Dat is mogelijk als de verhuurder de indruk wekt geen prijs nakoming te stellen. Bijvoorbeeld: de verhuurder stuurt een eindafrekening vier jaar na het boekjaar waarop de rekening betrekking heeft (een verhuurder dient de rekening binnen een termijn van een half jaar na het boekjaar aan de huurder kenbaar te maken). Een ander voorbeeld: de verhuurder stelt de huurder schriftelijk ervan op de hoogte binnen korte termijn in een procedure te starten. Als de verhuurder dan pas na bijvoorbeeld anderhalf jaar later een procedure start, dan is het heel denkbeeldig dat de verhuurder zijn vorderingsrechten heeft verwerkt, als de huurder daardoor is benadeeld.

Reconventie
De tegenvordering die een partij in kan stellen als hij door een an