Beknopte handleiding procederen – De rol van getuigen – Het getuigenverhoor

Laatst bijgewerkt op 2018-06-21 om 14:53:52

Hoe verloopt een getuigenverhoor?

U begeeft zich naar het gerechtsgebouw. U meldt zich aan bij de portier. Bij grote rechtbanken hoeft u tegen de portier alleen te zeggen dat u voor een civiele zaak van de rechtbank, sector kanton, komt. U wordt dan doorverwezen naar een grotere balie, die u verder doorverwijst. Alvorens bij deze balie te komen, vindt bij de meeste rechtbanken een scan van uw spullen plaats. Na de scan verwijst de grotere balie u vaak naar een kleine balie, nadat u uw naam en het tijdstip van de zitting heeft opgegeven. Bij kleine gerechten gaat het er vaak veel gemoedelijker toe. Daar moet de bezoeker bij de portier zijn naam en het tijdstip van de zitting noemen en de naam van partijen noemen, met name de partij voor wie men als getuige optreedt en wordt hij vervolgens naar de wachtkamer verwezen. Op het moment dat de zitting plaatsvindt roept de griffier de namen van partijen af.

Wat kunt u gedurende een enquête als getuige verwachten ?

De getuigen worden een voor een door de rechter gehoord. Als er meerdere getuigen zijn is het absoluut niet de bedoeling om meerdere getuigen de zittingsruimte te laten betreden. De getuigen mogen elkaar niet beïnvloeden, zodat de getuige pas de verklaring van de andere getuige mag bijwonen als hij zelf eerst de verklaring heeft afgelegd. De partijgetuige doet er dus goed aan om zichzelf eerst te laten horen. Na zijn eigen verklaring kan de partijgetuige bij de verklaringen van de andere getuigen aanwezig zijn (artikel 179 RV).

De rechter zal de getuigen eerst vragen naar hun naam, voornamen, leeftijd, beroep en woon- of verblijfplaats, of zij bloed- of aanverwant zijn van de partijen of van een van hen, en zo ja in welke graad, alsmede of zij in dienstverband staan tot partijen of een van hen (artikel 177 RV).

De plaats van de getuige

Na het afroepen van de zitting door de griffier kunnen partijen de zittingskamer betreden. De zittingskamer bij kantongerechten is vaak niet zo groot. De zittingskamer komt meestal overeen met een grote huiskamer, waarin zich een grote tafel bevindt waarachter zich de rechter en griffier met toga bevinden. Voorts bevinden zich in de ruimte twee kleine tafels voor partijen en een rij stoelen achter deze tafel voor het publiek. Rechtszittingen zijn openbaar, zodat hier ook publiek aanwezig kan zijn (in de praktijk wordt zelden van deze mogelijkheid gebruik gemaakt en worden de stoelen alleen gebruikt door bekenden van de partijen).

Bij binnenkomst wijst de rechter vaak aan waar partijen dienen te gaan zitten. Er is een vaste plaats voor partijen, zodat de rechter de eisende en gedaagde partij niet door elkaar haalt. Het is handig om de rechter bij binnenkomst te vragen waar u moet plaatsnemen.

De getuige moet plaats nemen op een stoel, die is gesitueerd tussen de twee tafels. De getuige zit min of meer in het midden van de zittingsruimte.

De eed of de belofte

De rechter vraagt de getuige alvorens de getuigenverklaring af te leggen eerst te staan en vervolgens de eed of de belofte af te leggen (zie artikel 177 RV).
De eed wordt in het algemeen gedaan door gelovige personen. Zij moeten twee vingers van de rechterhand opsteken (het V-teken) en de volgende woorden van de rechter nazeggen na de mededeling dat zij niets dan de waarheid zullen zeggen: ” zo waarlijk helpe mij God almachtig”. De getuigen die de eed afleggen moeten de woorden van de rechter, na de mededeling dat zij niets dan de waarheid zullen zeggen, nazeggen: “dat beloof ik”.

Kinderen onder de 16, of personen die de betekenis van de eed niet voldoende kunnen beseffen worden aangemaand de gehele waarheid en niets dan de waarheid te zeggen. Zij mogen dus geen eed of belofte afleggen.

Het stellen van vragen

Vaak begint de rechter aan de getuige vragen te stellen. Nadat de rechter alle vragen die hij van belang acht heeft gesteld kunnen partijen of hun raadsmannen vragen stellen (artikel 179 RV).U moet zich bedenken dat de rechter alle relevante vragen al heeft gesteld als hij de zaak goed heeft bestudeerd. Het is vaak niet nodig ook nog vragen te stellen. Als de rechter u het initiatief voor het stellen van vragen geeft, of u na zijn vragen de mogelijkheid geeft om vragen te stellen moet u het volgende in aanmerking nemen: het stellen van correcte vragen is niet makkelijk. Partijen zijn geneigd om suggestieve vragen aan de getuige te stellen (Vindt u ook niet dat? Is het niet zo dat?). Het is de kunst om de getuige open vragen te stellen, waarop de getuige antwoord dient te geven. Het is vaak te hoog gegrepen om de getuige aan een soort “kruisverhoor” te onderwerpen waarin deze vastloopt. Huurgeschil.nl adviseert u dan ook de vragen zo simpel mogelijk te houden. Probeer de vragen zo kort en ongecompliceerd mogelijk te houden. Als u de getuige over een ingewikkelde kwestie wenst te ondervragen is het zinvol om de getuige met kleine vraagjes op het punt te krijgen waarvan u antwoord wenst. De rechter is in het kader van dit verhoor veelal niet gecharmeerd van een lange introductie voorafgaande aan uw vraag. Algemene tip: stel alleen vragen die van wezenlijk belang zijn en waarop u het antwoord al weet (om verrassingen te voorkomen).

Veel mensen denken bij een getuigenverhoor aan de fragmenten die zij daarvan gezien hebben in films of series op televisie. In dergelijke uitzendingen gaat het er vaak spectaculair aan toe! Dergelijke opwindende getuigenverhoren komen in Nederland slechts zelden voor.

Als u denkt dat de getuige liegt, dan is het niet verstandig daar ter zitting opmerkingen over te maken. De rechter zal u dan altijd corrigeren met de opmerking dat het niet uw verklaring is, maar de verklaring van de getuige. Tijdens het getuigenverhoor wordt slechts de verklaring van de getuige opgetekend; ná het verhoor kunt u, in een conclusie na enquête, altijd nog de antwoorden van de getuigen “over de kling” jagen.

Proces-verbaal getuigenverhoor

Van de verklaring van de getuige wordt een proces-verbaal opgemaakt. De gang van zaken is in het algemeen als volgt: de rechter maakt aantekeningen van de antwoorden die de getuigen naar aanleiding van de gestelde vragen heeft gegeven. Nadat alle partijen vragen hebben gesteld dicteert de rechter zijn aantekeningen aan de griffier. De griffier tikt het hele verhaal uit. Nadat het proces-verbaal is uitgeschreven wordt het proces-verbaal voorgelezen aan iedere getuige. Vaak vraagt de rechter of hij de verklaring nog voor moet lezen, nadat hij deze heeft gedicteerd. De getuige vindt dat vaak niet nodig. Een rechter die de verklaring goed heeft samengevat heeft door zijn dictaat al de verklaring voorgelezen, zodat het niet nodig hoeft te zijn een identiek verhaal twee keer achter elkaar voor te lezen. Het is verstandig de verklaring andermaal voor te laten lezen als de getuige het verband van het verhaal door wijzigingen in het dictaat tijdens het formuleren is kwijt geraakt. Na akkoord met de inhoud van de verklaring moet de getuige het proces-verbaal ondertekenen (artikel 180 RV).

Taxe

De getuige mag zijn kosten in rekening brengen. Dit worden taxe genoemd. Taxe staan onder aan het proces-verbaal. Een onafhankelijke getuige mag zijn kosten in rekening brengen. Bijvoorbeeld reiskosten en zijn uurtarief (artikel 182 RV). Deze kosten worden op het proces-verbaal vermeld.

De partijgetuige die een verklaring ter ondersteuning van zijn eigen standpunt inneemt kan geen schadeloosstelling in rekening brengen. Als een partij door de wederpartij als getuige wordt gehoord kan deze wel een schadeloosstelling als taxe vorderen.

Een getuige die in loondienst is, moet voor het getuigenverhoor van zijn baas vrij krijgen. Als de getuige voor het verhoor vrije uren op moet nemen, dan kan hij deze uren als schade in rekening brengen. Gederfde inkomsten mogen ook in rekening worden gebracht. Een kelner mag bijvoorbeeld wel gemiste tip in rekening brengen. Men mag ook kosten in rekening brengen die men heeft moeten maken om naar de zitting te komen.

Deze kosten moeten door de partij worden voorgeschoten die de getuige heeft opgeroepen. Deze kosten zijn proceskosten. Als de persoon die de getuige heeft laten oproepen het gelijk aan zijn kant krijgt, dan worden deze kosten in de proceskosten van het vonnis verwerkt en kunnen deze kosten op de andere partij worden verhaald.

Het is dus zinvol om zuinig met het oproepen van getuigen om te springen. Degene die de getuige oproept loopt kans om de taxe voor zijn rekening te krijgen. Als de getuige feitelijk niets heeft te melden, dan is het oproepen van een getuige weggegooid geld. Men moet dus selectief zijn met het uitzoeken van getuigen.

Na het getuigenverhoor

Na het getuigenverhoor hebben partijen gelegenheid om een conclusie na enquête te schrijven. In deze conclusie geven partijen hun reactie op de getuigenverhoren weer. Partijen zullen met name hun conclusie moeten concentreren op de vraag of de partij die bewijs moet leveren is geslaagd in dit bewijs door middel van de getuigenverhoren. De conclusie na enquête zijdens eiser en de conclusie na enquête zijdens gedaagde staan beide als voorbeeld op deze site van Huurgeschil.nl.

Na de conclusie na enquête zal de rechter meestal vonnis wijzen. Dit kan een eindvonnis zijn waarmee de procedure wordt beëindigd, doch dit kan ook een tussenvonnis zijn. Door een tussenvonnis wordt de zitting gecontinueerd. De rechter kan bijvoorbeeld na het horen van getuigen een deskundige laten horen.