Laatst bijgewerkt op 2024-01-21 om 22:51:48
- Bijgewerkt 12 januari 2012. Het gerechtshof te Amsterdam besliste in haar arrest van 15 november 2011 LJN: BV0058, gerechtshof Amsterdam , 200.082.568/01 dat door de verhuurder doorberekening van het appèlverbod terecht was voorgesteld.
- Bijgewerkt 23 maart 2012. Geen terugvordering leges mogelijk bij de rechter, sector kanton, die de verliezende partij aan de Huurcommissie heeft moeten betalen.
- Bijgewerkt 31 oktober 2012. Formulieren Huurcommissie geactualiseerd naar de modellen van 2012
- Bijgewerkt 1 november 2012, Uitvoeringsregeling Huurprijzen woonruimte, versie september 2012.
- Bijgewerkt 1 november 2012, Gebrekenboek gewijzigd naar de versie april 2012.
- Bijgewerkt 8 mei 2013, Huurprijstabel zelfstandige- en onzelfstandige woonruimte aangepast naar prijsniveau 2013
- Bijgewerkt 27 juni 2013, Verlaging huurprijs en toetsing EVRM.
- Bijgewerkt 17 juli 2013, algehele herziening redactie wegens nieuwe druk “Huurgeschillen Ontleed”.
- Bijgewerkt 17 november 2013, herziening onderdeel “Toetsing van de huurprijs via de weg van de aanvraag van huursubsidie”.
- Bijgewerkt 12 september 2015. Formulieren Huurcommissie bijgewerkt.
- Bijgewerkt 27 december 2015. verschrijving vervangen. melding bij de Huurcommissie zes weken na melding in plaats van zes maanden na melding.
- Bijgewerkt 13 mei 2016. Het is niet juist om bij de kantonrechter vernietiging van de uitspraak van de Huurcommissie te vorderen, nu er niets valt te vernietigen. Dit wordt bevestigd door de rechtbank Limburg, locatie Roermond, in haar vonnis van 23 juli 2014 ( ECLI:NL:RBLIM:2014:6535).
- Bijgewerkt 10 augustus 2016. De kantonrechter te Rotterdam besliste in een vonnis van 22 januari 2016 ( ECLI:NL:RBLIM:2014:6535) dat na intrekking van een vordering bij de kantonrechter de uitspraak van de Huurcommissie herleeft.
- Bijgewerkt 18 oktober 2016. IN het onderdeel “Inleiding” uitgewerkt dat de Huurcommissie beleidsregels op kunnen stellen ( nota naar aanleiding van het verslag van 23 juli 2009, 31903, nummer 8 ).
- Bijgewerkt 20 oktober 2016. Besluit huurprijzen woonruimte geldend vanaf 1 oktober 2016 ingevoerd.
- Bijgewerkt 27 oktober 2016. Het gerechtshof te Amsterdam bevestigt in haar arrest van 15 september 2015 ( ECLI:NL:GHAMS:2015:3849) dat tegen een uitspraak van de Huurcommissie op grond van artikel 7:262 BW binnen acht weken beroep ingesteld kan worden en dat een vaststellingsovereenkomst niet in strijd met dwingendrechtelijke regels kan worden gesloten ter voorkoming van toekomstige geschillen.
- Bijgewerkt 27 oktober 2016. Volgens een arrest van de Hoge Raad van 9 januari 2015 ( ECLI:NL:HR:2015:39) over een geschil betreffende een arbeidsovereenkomst, waarbij partijen hadden getracht het geschil middels een overeenkomst te eindigen werd beslist dat een juiste uitleg van artikel 7:902 BW mee brengt dat de vaststelling alleen dan in strijd mag komen met dwingend recht indien deze strekt ter beëindiging van een – reeds bestaand – geschil (en dus niet strekt ter voorkoming daarvan).
- Bijgewerkt 10 januari 2017. De kantonrechter te Rotterdam oordeelde in het bovengemelde vonnis van 24 juni 2016 ( ECLI:NL:RBROT:2016:5118) dat de procedure tot huurverlaging als doel heeft om een uitspraak over de redelijkheid van het huurverlagingsvoorstel van de Huurcommissie te verkrijgen en niet om de juiste huurprijs vast te stellen.
- Bijgewerkt 19 februari 2017. Ingevoerd Gebrekenboek Huurcommissie, versie oktober 2016 .
- Bijgewerkt 5 juli 2018: Ingevoerd het onderdeel Wet modernisering van de Huurcommissie
- Bijgewerkt 20 augustus 2018. Hof ’s-Hertogenbosch heeft in haar arrest van 9 februari 2016 (ECLI:NL:GHSHE:2016:395) ingestemd met doorbreking van het appèlverbod. In deze procedure ging het niet over kosten die onder het begrip servicekosten vallen, omdat deze kosten niet zagen op kosten voor geleverde zaken of diensten in verband met de bewoning van de woonruimte , één en ander als opgenomen in het Besluit Servicekosten.
- Bijgewerkt 25 augustus 2018. De rechtbank Midden-Nederland heeft in haar vonnis van 12 maart 2014 (ECLI:NL:RBMNE:2014:954) geoordeeld dat zij naast een beroep tegen de uitspraak van de Huurcommissie ook bevoegd is een oordeel te geven over een zaak die voor het eerst aan de kantonrechter werd voorgelegd.
- Bijgewerkt 20 december 2018. Nieuwe tarieven leges 2019 verwerkt.
- Bijgewerkt 20 december 2018. Onderdelen “De Huurcommissie geeft opdracht tot een voorbereidend onderzoek” en “Bemiddeling door de Huurcommissie” toegevoegd.
- Bijgewerkt 19 februari 2019. Taakuitbreidingen van de Huurcommissie en overige veranderde werkwijze van de Huurcommissie. ingevoerd in dit hoofdstuk.
- Bijgewerkt 10 oktober 2019. Het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden heeft in haar arrest van 23 april 2019 (ECLI:NL:GHARL:2019:3557) een beslissing moeten nemen over de vraag of de Huurcommissie een beschrijving in haar beslissing nog mocht corrigeren. Het hof was van oordeel dat dit wel het geval was.
- Bijgewerkt 1 december 2020. Een beroep dat te laat wordt in gesteld leidt tot niet-ontvankelijkheid. Tot deze conclusie kwam de rechtbank Noord-Holland in haar vonnis van 24 juni 2020 (ECLI:NL:RBNHO:2020:5089).
- Bijgewerkt 12 juni 2021. De Hoge Raad heeft in haar arrest van 23 april 2021 (ECLI:NL:HR:2021:657) naar aan leiding van prejudiciële vragen beslist dat een procedure op voet van artikel 7:262 BW bij de kantonrechter tegen de uitspraak van de Huurcommissie tot gevolg heeft dat de uitspraak van de Huurcommissie geheel vervalt wanneer tijdig een vordering wordt ingesteld door de huurder of de verhuurder. Daarnaast kan een partij en vordering in reconventie instellen over een punt waarover de Huurcommissie om een uitspraak was verzocht, zonder dat de beroepstermijn van acht weken in acht genomen hoeft te worden.
- Bijgewerkt 29 juli 2021. Volgens het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 1 december 2020 (ECLI:NL:RBAMS:2020:6146) bieden de bepalingen van het burgerlijk geen duidelijkheid over welke theorie (verzend- of ontvangsttheorie) dient te gelden bij het indienen van een verzoekschrift bij de Huurcommissie. De regels van het bestuursrecht worden analoog toegepast, wat betekent dat de verzendtheorie hier van toepassing is.
- Bijgewerkt 31 mei 2021. Dat na een beroep van een uitspraak van de Huurcommissie bij de kantonrechter geen beroep bij het hof openstaat blijkt wel uit het arrest van het hof Amsterdam van 21 december 2021 (ECLI:NL:GHAMS:2021:4042).
- Bijgewerkt 28 augustus 2022. De huurder kan met betrekking tot dezelfde feiten na afloop van de procedure niet alsnog voor de andere procedure kiezen. De wet verhindert dat de huurder, als hij eenmaal heeft gekozen voor de gang naar de Huurcommissie op grond van de artikelen 7:257 BW en 7: 262 BW, hij nog eens voor dezelfde kwestie een kantongerechtprocedure op grond van de artikelen 207 en 257 lid 1 kan beginnen, en omgekeerd. Dit wordt bevestigd door een vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 29 december 2021 (ECLI:NL:RBNHO:2021:12684).
- Bijgewerkt 12 maart 2023. De rechtbank Limburg heeft op 21 september 2022 (ECLI:NL:RBLIM:2022:7181) in haar vonnis een oordeel moeten geven over een beroep tegen twee uitspraken van de Huurcommissie die in één dagvaardingsprocedure aanhangig waren gemaakt bij de kantonrechter als beroepsinstantie. Er was door de huurder over meerdere jaren in één dagvaarding een vordering ingesteld over de teveel betaalde servicekosten. De rechter achtte de huurder niet-ontvankelijk.
- Bijgewerkt 8 juli 2023. De rechtbank Overijssel heeft in haar vonnis van 17 januari 2023 (ECLI:NL:RBOVE:2023:400) oordeelde in een zaak waarin de huurder de Huurcommissie had ingeschakeld en de verhuurder de kantonrechter had ingeschakeld dat deze keuze van de huurder de verhuurder niet de mogelijkheid ontneemt om de zaak aan te brengen bij de kantonrechter.
- Bijgewerkt 21 januari 2024. De Hoge Raad heeft in een prejudiciële beslissing van 19 januari 2024 (ECLI:NL:HR:2024:53) over de beroepstermijn na een voorzittersuitspraak van de Huurcommissie heeft hiernavolgende opgemerkt. Het rechtstreeks instellen van beroep bij de kantonrechter is mogelijk.