Laatst bijgewerkt op 2024-02-03 om 23:44:57
- 6 oktober 2011, De Hoge Raad vond in haar arrest van 18 april 2008 ( LJN: BC4493, Hoge Raad, C06/339HR ) het arrest van het hof te Amsterdam van 27 juli 2006 LJN: AY5960, Gerechtshof Amsterdam, C05/190 niet goed gemotiveerd.
- 2 februari 2012, aanvullingen onderdeel energielabel, met name de verschillende positie van de huurder met betrekking tot huurverlaging, huurbevriezing etc. tot 1 janauri 2014
- Bijgewerkt 31 oktober 2012. Formulieren huurcommissie geactualiseerd naar de modellen van 2012.
- Bijgewerkt 21 november 2013. Onderdeel energielabel.
- Bijgewerkt 13 april 2014. Wettelijke wijzigingen. Toekomstig afschaffen schaarstegebieden.
- Bijgewerkt 2 mei 2014. Als bij aanvang van de huurovereenkomst geen energielabel aanwezig was en op een later moment gedurende de huurperiode wel, dan wordt de huurprijs bepaald op basis van bouwjaar. Dit werd ook zo beslist door de rechtbank te Amsterdam in haar vonnis van 4 maart 2014 ECLI:NL:RBAMS:2014:2281
- Bijgewerkt 6 juni 2014. Mogelijkheid van klachten tegen het afgegeven energielabel uitgewerkt.
- Bijgewerkt 23 juni 2014. Woningwaardering van zelfstandige woningen die onder warmtewet vallen van 2 punten per verwarmd vertrek naar 1 1/2 punt per verwarmd vertrek.
- Bijgewerkt 29 juni 2014. Onderdeel Warmtewet invloed op puntentelling ingevoerd.
- Bijgewerkt 19 oktober 2014. Toekomstig beleid woningwaardering ingevoerd.Treedt vermoedelijk in werking op 1 juli 2015.
- Bijgewerkt 4 januari 2014. Onderdeel Energieprestatie en de huurprijs (De energie-index) ingevoerd en onderdeel Energieprestatie en de huurprijs (het energielabel) aangepast.
- Bijgewerkt 25 februari 2015. Het hof te Amsterdam heeft in haar arrest van 24 februari 2015 ECLI:NL:GHAMS:2015:523 beslist dat partijen (zowel huurder als verhuurder) die beiden de Engelse nationaliteit hebben het Engelse recht op een huurovereenkomst van toepassing kunnen verklaren, waardoor de regels van het Nederlandse huurrecht buitenspel geplaatst kan worden.
- Bijgewerkt 24 maart 2015. De boete voor het ontbreken ontbreken van een energielabel moet nog worden gezien als een “last onder dwangsom”.
- Bijgewerkt 1 juni 2015. Onderdeel Nieuw huurbeleid ingevoerd.
- Bijgewerkt 1 december 2015. Opslag 35% voor zorgwoningen en de onduidelijke berekening van als genoemd in het Besluit Huurprijzen woonruimte besproken.
- Bijgewerkt 27 december 2015. Verlenging termijn voor toetsing van de aanvangshuurprijs tot 18 maanden ten behoeve van de huurovereenkomsten van korte duur ex artikel 7:271 lid 1 BW (nog in te voeren beleid).
- Bijgewerkt 29 februari 2016. Nieuw huurbeleid 2016-2017 Nadere huurmaatregelen tot verdere bevordering van de doorstroming op de huurmarkt februari 2016 verwerkt.
- Bijgewerkt 3 juni 2016. Verwerking Circulaire aanpassingen woningwaarderingsstelsel kleine woningen en renovaties.
- Bijgewerkt 3 juni 2016. Onderdeel Punten voor renovatie vanaf 1 oktober 2016. Verwerking Ontwerpbesluit wijziging van het besluit huurprijzen woonruimte in 2016.
- Bijgewerkt 20 oktober 2016. Besluit huurprijzen woonruimte geldend vanaf 1 oktober 2016 ingevoerd.
- Bijgewerkt 20 oktober 2016. Handleiding behorende bij het waarderingsstelsel voor zelfstandige woonruimte vanaf 1 oktober 2016 ingevoerd.
- Bijgewerkt 20 oktober 2016. Handleiding behorende bij het waarderingsstelsel voor onzelfstandige woonruimte vanaf 1 oktober 2016.
- Bijgewerkt 30 oktober 2016. Volgens een vonnis van de kantonrechter van de rechtbank Noord-Nederland, kamer voor kantonzaken Groningen, van 10 augustus 2016 (Groningen 10-08-2016, ECLI:NL:RBNNE:2016:4509, WR 2016/131), is registratie van de energie-index niet verplicht.
- Bijgewerkt 13 november 2016. Het energielabel in verband met de toetsing van de aanvangshuurprijs en de procedure tot huurverlaging
- Bijgewerkt 29 januari 2017. Circulaire Huurprijsbeleid voor de periode 1 juli 2017 tot en met 30 juni 2018. Brief Minister S.A. Blok 20 januari 2017 verwerkt
- Bijgewerkt 17 april 2017. Mag de verhuurder de WOZ-waarde dan berekenen op basis van de totale waarde van het pand (€ 923.000)? Deze vraag werd in de hiernavolgende procedure door een verhuurder in een procedure aan de kantonrechter ter beoordeling voorgelegd. De kantonrechter van de rechtbank Midden-Nederland was in haar vonnis van 5 april 2017 ECLI:NL:RBMNE:2017:1805 van oordeel dat het in de bijlage genoemde (jaarlijks geïndexeerde) minimum bedrag in gevallen als het onderhavige wel als WOZ-waarde moet worden gehanteerd.
- Bijgewerkt 19 december 2017. Het in de bijlage van Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte genoemde (jaarlijks geïndexeerde) minimum bedrag in gevallen als het onderhavige wel als WOZ-waarde moet worden gehanteerd volgens de rechtbank Amsterdam in haar vonnis van 10 november 2017 ECLI:NL:RBAMS:2017:8330.
- Bijgewerkt 15 januari 2018. De rechtbank te Limburg van 3 januari 2018 ( ECLI:NL:RBLIM:2018:17 ) stelde vast dat de Huurcommissie terecht geen rekening heeft gehouden met extra punten voor het energielabel omdat dit label immers niet beschikbaar was bij aanvang van de huurovereenkomst. De kantonrechter stelde vast dat de Huurcommissie de aanvangshuur had vastgesteld zonder extra verkregen punten wegens verkrijging van het energielabel. De kantonrechter nam daarom de uitspraak van de Huurcommissie over.
- Bijgewerkt 4 februari 2018. Circulaire Huurprijsbeleid voor de periode 1 januari 2018 tot en met 30 juni 2019. Brief Minister drs K.H. Ollongren 1 februari 2018 verwerkt.
- Bijgewerkt 14 januari 2019. De kantonrechter van de rechtbank Rotterdam was in haar vonnis van 7 december 2018 (ECLI:NL:RBROT:2018:10066) van oordeel dat de redelijkheid en billijkheid geen verandering van dit standpunt kon brengen. Hoewel artikel 5 lid 2 van Het Besluit huurprijzen woonruimte de mogelijkheid geeft om van het woningwaarderingsstelsel af te wijken zag de rechter hier geen reden toe.
- Bijgewerkt 29 september 2020. Een voorbeeld aanpassing van de WOZ-waarde op grond van de redelijkheid en billijkheid geeft het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland van 9 april 2019 (ECLI:NL:RBNNE:2019:5698).
- Bijgewerkt 30 september 2020. De rechtbank Amsterdam heeft in haar vonnis van 18 december 2018 (ECLI:NL:RBAMS:2018:10116) ook de WOZ-waarde bepaald aan de hand van de redelijkheid. Hier waren woningen samengevoegd.
- Bijgewerkt 30 september 2020. De rechtbank Midden-Nederland zag in haar vonnis van 21 november 2018 (ECLI:NL:RBMNE:2018:5767) geen reden om in het kader van de waardering van de WOZ-waarde van artikel 5 lid 2 Bhw af te wijken.
- Bijgewerkt 1 oktober 2020. De rechtbank Midden-Nederland oordeelde in haar vonnis van 26 september 2018 (ECLI:NL:RBMNE:2018:5074) dat de WOZ-punten niet konden worden afgeleid uit een groter geheel waarvan het gehuurde het gehuurde (zelfstandige woonruimte) onderdeel uitmaakte.
- Bijgewerkt 29 augustus 2021. Het niet beschikbaar stellen van een wél aanwezige Energie-Index leidt niet tot het buiten beschouwing laten van deze Energie-Index. Dit wordt ook zo bevestigd door de rechtbank Midden-Nederland in haar vonnis van 28 juli 2021 (ECLI:NL:RBMNE:2021:3503). De rechter overwoog: “Of het energiecertificaat wel of niet aan de huurder is verstrekt wordt door de wetgever voor de hoogte van de huurprijs kennelijk niet relevant geacht. Dat onderscheid wordt in het Bhw ook niet gemaakt.”
- Bijgewerkt 12 maart 2022. Mr G.R.B van Peusem heeft in zijn conclusie van 2 februari 2022 (ECLI:NL:PHR:2022:127) naar aanleiding van prejudiciële vragen geadviseerd omdat partijen behoefte hadden aan een rechtsvormend oordeel van de Hoge Raad over de situatie waarin op het moment van aangaan van de huurovereenkomst een representatieve WOZ-beschikking ontbreekt.
- Bijgewerkt 20 mei 2022. De Hoge Raad heeft over deze kwestie in een prejudiciële uitspraak van 22 april 2022 (ECLI:NL:HR:2022:633) zijn standpunt gegeven over bepaling van de WOZ-waarde bij het het ontbreken van een waardebepaling. Volgens de Hoge Raad zal bij een redelijke wetstoepassing bij toetsing van de redelijkheid van de overeengekomen huurprijs, recht moeten worden gedaan aan de functie van de WOZ-waarde als onderdeel van het waarderingsstelsel. Dat betekent dat indien bij aanvang van de huurovereenkomst geen WOZ-waarde beschikbaar is voor de verhuurde woning en de hiervoor aangeduide regels (bijvoorbeeld bij renovatie) niet van toepassing zijn, op andere wijze de bij toepassing van het waarderingsstelsel te betrekken relevante waarde van de verhuurde woning moet worden bepaald.
- Bijgewerkt 31 oktober 2022. Aangezien de wet geen onderscheid maakt tussen de verschillende woonruimte, maar wel een huurperiode noemt van twee jaar, vind ik het verdedigbaar dat deze regeling ook geldt voor de onzelfstandige woonruimte, mits ten aanzien van de overeengekomen huurperiode een termijn van niet langer dan twee jaar is overeengekomen. De rechtbank Amsterdam kwam in haar vonnis van 24 mei 2022 (ECLI:NL:RBAMS:2022:3214) tot eenzelfde oordeel.
- Bijgewerkt 28 december 2022. De kantonrechter is in het vonnis van 10 juni 2022 (ECLI:NL:RBROT:2022:4968) van oordeel dat de overeengekomen huurprijs in stand blijft bij verlenging van een 7:271 BW-overeenkomst. De kantonrechter is wel van oordeel dat er door het sluiten van de tweede overeenkomst een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd is ontstaan. De kantonrechter is echter van oordeel dat de huurder niet wordt beschermd tegen de gewijzigde overeengekomen huurprijs.
- Bijgewerkt 14 april 2023. De WOZ-cap heeft onmiddellijke werking. Dit bleek ook uit het vonnis van de rechtbank te Amsterdam van 28 februari 2023 (ECLI:NL:RBAMS:2023:1049). In dit vonnis werd in verband met een huurverhoging door de verhuurder geen rekening gehouden met de onmiddellijke werking van deze maatregel. De verhuurder stelde dat dit alleen voor nieuwe huurovereenkomsten gold. De kantonrechter was van oordeel dat deze regeling ook voor bestaande huurovereenkomsten toegepast kon worden.
- Bijgewerkt 2 juli 2023. In het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van 29 maart 2019 (ECLI:NL:RBMNE:2019:6735) werd over de berekening van de punten voor de individuele ruimte beslist dat de aftrek van 5 punten wel van toepassing was, omdat er geen exclusief gebruik van deze collectieve ruimte voor de huurders aanwezig was.
- Bijgewerkt 2 juli 2023. Er is geen minimum grootte voor de collectieve buitenruimte vastgesteld om deze ruimte als collectieve buitenruimte te waarderen. Ook een relatief kleine buitenruimte kan als buitenruimte worden gewaardeerd, waardoor de aftrek van 5 punten niet van toepassing is. Dit blijkt ook uit het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van 21 augustus 2019 (ECLI:NL:RBMNE:2019:6647).
- Bijgewerkt 8 juli 2023. De rechtbank Gelderland besliste in haar vonnis van 2022 (ECLI:NL:RBGEL:2022:7458) dat er geen exclusief gebruiksrecht van buitenruimte ten behoeve van de huurder aanwezig was, waardoor de door de Huurcommissie vastgestelde vervallen 5 minpunten opnieuw opgevoerd diende te worden.
- Bijgewerkt 25 juli 2023. De rechtbank Midden-Nederland heeft in haar vonnis van 16 november 2022 (ECLI:NL:RBMNE:2022:5662) de rekenmethode van de Hoge Raad toegepast zoals beschreven in het arrest van 22 april 2022 (ECLI:NL:HR:2022:633) om de WOZ-waarde toe te passen bij bepaling van de aanvangshuurprijs.
- Bijgewerkt 27 augustus 2023. De Hoge Raad heeft in een prejudiciële uitspraak van 30 juni 2023 (ECLI:NL:HR:2023:1005) bevestigd dat het niet noodzakelijk is dat de energieprestatie uiterlijk op de peildatum is vastgesteld of dat de gegevens voor het bepalen van de energieprestatie uiterlijk op de peildatum zijn opgenomen. Dit laatste mag ook na de peildatum zijn gebeurd, als maar duidelijk is dat de feitelijke toestand van de woning, voor zover het de energieprestatie betreft, op het moment van de opname niet veranderd is ten opzichte van de ingangsdatum van de huurovereenkomst.
- Bijgewerkt 3 februari 2024. Er is geen reden om van de vastgestelde WOZ-waarde na renovatie af te wijken als de WOZ-waarde na een renovatie al is vastgesteld. In deze zaak die door de rechtbank Amsterdam was behandeld en waar de rechtbank op 7 juli 2023 vonnis (ECLI:NL:RBAMS:2023:4346) had gewezen, was een woning in 2018 gerenoveerd en per 1 augustus 2021 verhuurd. Er was ook geen geldige reden door de verhuurder aangevoerd om van art. 5 lid 2 Bhw af te wijken.