Laatst bijgewerkt op 2021-08-29 om 13:49:13
- Bijgewerkt 21 juni 2011. De rechtbank Zwolle-Lelystad, sector kanton, locatie Deventer, vonnis van 26 mei 2011 LJN: BQ7611, sector kanton Rechtbank Zwolle, 553466 VV 11-21 ; de verhuurder moet gehengen en gedogen dat de belanghebbende de exploitatie van de winkelruimte in het gehuurde voortzet totdat in een nog aan te spannen bodemprocedure onherroepelijk is beslist op de door huurder in te stellen vordering tot in de plaatsstelling.
- Bijgewerkt 23 juni 2011. Gerechtshof te ‘s-Gravenhage oordeelde in hoger beroep in haar arrest van 31 mei 2011 ( LJN: BQ6647, gerechtshof ‘s-Gravenhage, 200.059.531/01 ) dat er geen sprake is van zwaarwegend belang.
- Bijgewerkt 15 juli 2012. Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch in rechtsoverweging 4.6 van haar arrest van 27 december 2011 LJN: BV0731, gerechtshof ‘s-Hertogenbosch, HD 200.081.480 . Contractsovername is niet mogelijk zonder toestemming verhuurder.
- Bijgewerkt 8 augustus 2012, aanvulling onderdeel inbreng onderneming van huurder in BV
- Bijgewerkt 27 juni 2013, algehele herziening redactie wegens nieuwe druk “Huurgeschillen Ontleed”.
- Bijgewerkt 10 maart 2014. De rechtbank te Amsterdam was in haar vonnis van 21 januari 2014 ECLI:NL:RBAMS:2014:288 een voorlopige voorziening afgewezen.
- Bijgewerkt 28 mei 2015. Aanvulling regels wet Bibob van toepassing vanaf 1 juli 2013
- Bijgewerkt 30 januari 2016. Redactionele aanpassingen.
- Bijgewerkt 2 juni 2017. Verband tussen artikel 6:159 BW en artikel 7:307 BW uitgelegd
- Bijgewerkt 27 februari 2017. De rechter beoordeelt of de overdracht van een bedrijf slechts op grond van financieel gewin wordt voorgesteld of dat er inderdaad sprake is van zwaarwichtig belang in de zin van artikel 7:307 BW. De rechtbank te ‘s-Gravenhage is in haar vonnis van 10 mei 2017 ( ECLI:NL:RBDHA:2017:8329 ) van oordeel dat het door de huurder gestelde bereiken van een economisch plafond geen zwaarwichtig belang opleverde. De enkele wens van de huurder om zich in de toekomst uitsluitend toe te leggen op zijn winkel in een andere plaats, zoals door hem tijdens de comparitie toegelicht, vormde evenmin een zwaarwichtig belang in het kader van deze indeplaatsstelling.
- Bijgewerkt 30 september 2019. Het gerechtshof Amsterdam behandelde in haar arrest van 10 september 2019 (ECLI:NL:GHAMS:2019:3424) niet de vraag of de huurder nog de beschikkingsbevoegdheid had in het gehuurde na wijziging van vennoten in het gehuurde. Dit was feitelijk niet nodig, omdat alle vennoten van stuivertje hadden gewisseld.
- Bijgewerkt 21 juli 2020. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft in haar arrest van 11 februari 2020 (ECLI:NL:GHARL:2020:1164) een oordeel moeten geven of de oorspronkelijke schuldenaar door cessie van de vordering wordt ontslagen van de betalingsverplichtingen.
- Bijgewerkt 31 augustus 2020. Het verlenen van de medewerking van de wederpartij is vormvrij en kan ook uit de gedragingen van deze partij worden afgeleid. De Hoge Raad heeft dit bevestig in haar arrest van 17 juli 2020 (ECLI:NL:HR:2020:1287), waarin het arrest van het hof van 2 juli 2019 (ECLI:NL:GHSHE:2019:2334) niet kon leiden tot cassatie. Het hof was van oordeel dat de medewerking aan contractsoverneming in voornoemde zin vormvrij is en dat in dit geval ervan uit moet worden gegaan dat die medewerking door A is verleend.
- Bijgewerkt 31 augustus 2020. In het kader van contractoverneming is de toestemming van alle contractpartijen nodig en dient een akte te zijn opgemaakt tussen partijen. Volgens een arrest van het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch van 12 mei 2015 (ECLI:NL:GHSHE:2015:1693) kan er zonder akte tussen alle betrokken partijen geen sprake zijn van een contractovername op voet van artikel 6:159 BW.
- Bijgewerkt 6 september 2020. De rechter hoeft zich ambtshalve niet te buigen over de vraag of partijen bijkomstige rechten of verplichtingen hebben uitgesloten van de contractsoverneming. Een partij zal dus uitdrukkelijk een beroep moeten op overgang van rechten en verplichtingen ex artikel 6:159 lid BW (HR 28 mei 2010, ECLI: NL: HR: 2010: BL9562, NJ 2010/300 (Momus II/De Leeuw)).
- Bijgewerkt 13 december 2020. De Hoge Raad heeft in haar arrest van 14 februari 2020 (ECLI:NL:HR:2020:260) beslist dat de volledige kwijting van de verhuurder ter zake van “al zijn verplichtingen ingevolge het huurcontract” niet zonder meer ziet op dit vorderingsrecht uit onverschuldigde betaling. Het arrest van het hof ging daar wel vanuit en was daarom onbegrijpelijk en niet goed gemotiveerd.
- Bijgewerkt 29 augustus 2021.Artikel 6:159 BW vermeldt dat voor contractsovername een akte noodzakelijk is. Zie ook het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 22 juli 2021 (ECLI:NL:RBNHO:2021:7052). Zonder dergelijke akte werd overdracht van het huurrecht niet geacht te zijn gedaan.