Het belang van een ander kan een reden zijn voor opzegging

Laatst bijgewerkt op 2018-07-26 om 15:47:29

Vaste rechtspraak is dat naast persoonlijk gebruik door de verhuurder, ook gebruik door een ander dan de verhuurder binnen het toepassingsgebied van het dringend eigen gebruik kan vallen, voor zover de verhuurder door het in gebruik geven aan die ander zijn eigen belang dient.
Het ‘eigen’ in de term dringend gebruik moet zijn beperkt tot het toepassingsgebied van artikel 7:274 lid 1 onder a BW. Het eigen belang van de verhuurder moet in geval van particuliere/niet-bedrijfsmatige verhuur met zijn eigen woonsituatie samenhangen: zijn woongenot moet toenemen door de huisvesting van het familielid, de (ex-)partner of een daarmee vergelijkbare derde. De rechtspraak past dit criterium nauwkeurig toe, zonder dat daarbij gekeken wordt naar andere aspecten die in de interne huiselijke kring spelen (bijvoorbeeld een kind wil in het appartement van de ouders in Amsterdam wonen, maar er zijn voldoende alternatieven voorhanden). Het belang van een derde mag ook meespelen, mits dit maar tevens het belang van de verhuurder zelf betreft.

In de volgende voetnoot genoemde zaken werd een eigen belang wel Noot 64 en niet geacht aanwezig te zijn. Noot 66.

In de volgende in de voetnoot genoemde zaken werd wél een dringende reden aangenomen. Deze constatering leidde echter niet tot toewijzing van de vordering, omdat de reden niet als duurzaam werd aangemerkt: Noot 68