Toetsing door de rechter van het redelijke voorstel

Laatst bijgewerkt op 2018-07-24 om 20:43:10

Door deze wettelijke regeling zal de rechter de voorgestelde regeling hetzij afwijzen, als hij hem niet redelijk acht, hetzij toewijzen, omdat deze redelijk is. Een tussenweg lijkt er niet te zijn. Mocht de rechter de voorgestelde verhoging niet redelijk achten, maar een minder hoge verhoging wel redelijk achten, dan mag hij niet een minder hoge verhoging toewijzen. Wellicht is het voor de verhuurder mogelijk dit probleem te omzeilen door de rechter te verzoeken de voorgestelde verhoging toe te staan, althans een als zodanig redelijk te oordelen verhoging. Dit is al eerder in dit hoofdstuk opgemerkt. Het kan echter geen kwaad hier nog eens op te wijzen.
De huurder kan dus stellen dat de vordering moet worden afgewezen als uit de door hem uitgevoerde taxatie door de verhuurder blijkt dat het voorstel van de verhuurder een grotere verhoging vraagt dan voor vergelijkbare woonruimte ter plaatse geldt.
De huurder die wel een huurprijsclausule is overeengekomen (het contract voorziet dus in huurprijsverhoging) zal naar de mening van Huurgeschil.nl aannemelijk dienen te maken dat de contractuele overeengekomen verhoging (gerelateerd aan het CBS-prijsindexcijfer) tot onredelijke resultaten leidt.