Digitaal procederen – Het maken van een procesinleiding

Laatst bijgewerkt op 2018-06-21 om 14:55:16

Het digitaal procederen is nog niet ingevoerd. Het project  digitaliseringsproject Kwaliteit en Innovatie (KEI) wordt als mislukt beschouwd (april 2018). Zie hierover de inleiding bij dit hoofdstuk. Ik vond het toch zinvol om over dit onderwerp de informatie te zetten die ik in de loop van 2017 heb verzameld. Misschien wordt een variant van deze artikelen toch na een korte stop ingevoerd.

Hierbij treft u de versie van het Burgerlijke Boek van Rechtsvordering met betrekking tot het digitale procederen aan. In dit hoofdstuk verwijs ik naar de artikelen in dit wetboek. Er is een versie van Rechtsvordering  gepubliceerd met en zonder artikelen over het digitale procederen. Voor het procederen voor de rechtbank, kantonzaken, is de versie zonder de artikelen over het digitaal procederen van toepassing.

Na het inloggen op Mijn Rechtspraak wordt een verschil gemaakt tussen de verschillende hoedanigheid van partijen:

De niet professionele partij en niet rechtspersonen
De partij start een procedure door het invullen van een digitaal formulier dat de gerechten via het webportaal zullen aanbieden aan de rechtzoekenden. Een deel van de gegevens die nu in een dagvaarding, een verzoekschrift of een beroepschrift moeten worden vermeld, komt in dat formulier terug. Zo moeten de gronden van de vordering, het verzoek of het beroep worden ingevuld door de rechtzoekende. Het formulier zal worden toegespitst op de specifieke omstandigheden van een zaak. Het document dat door invulling en digitale verzending van het formulier ontstaat, is de procesinleiding of het beroepschrift.

De verzoeker of indiener van een beroepschrift kan de stukken ter onderbouwing van zijn standpunten meteen digitaal “uploaden”. De procesinleiding kan ook worden geupload. De professionele dienstverlener zal hiertoe vaak genoodzaakt zijn. In het invoerveld waarin de procesinleiding geschreven moet worden is maar ruimte voor circa vier A4tjes. Dat is bij een goed onderbouwde procesinleiding waarin de gronden en de verweren moeten worden vermeld vaak te weinig ruimte. vandaar dat de procesinleiding doorgaans moet worden geformuleerd buiten het systeem om in een tekstverwerkingsprogramma moet worden geformuleerd, waarna dit document dan kan worden geüpload. Voor een simpele incassozaak zal doorgaans voldoende ruimte aanwezig zijn.

Hieronder treft u aan welke personen gebruik kunnen maken van de verschillende ingangen om het digitale systeem te benaderen.

De burger
Burgers maken in beginsel gebruik van DigiD en niet-natuurlijke personen van e-Herkenning.

Burgers en Zzp’ers (zowel voor zaken in de uitoefening van bedrijf als privézaken) kunnen desgewenst op papier procederen (artikel 30c lid 4 NRv).

Voor de vennootschap onder firma, de commanditaire vennootschap en de maatschap geldt dat zij noch onder de categorie rechtspersonen, noch onder de categorie natuurlijke personen vallen. In het griffierecht worden zij beschouwd als niet-natuurlijke personen en betalen zij het griffierecht voor de categorie rechtspersonen. In die zin moet ook het gebruik van de term “natuurlijke personen” worden opgevat in de artikel 30c lid 4 Rv en 8:36 b, eerste lid, Awb. Daartoe behoren niet de rechtspersonen en ook niet alle andere niet-natuurlijke personen in de zin van vennootschappen onder firma, commanditaire vennootschappen en maatschappen. In het geval van een vennootschap onder firma en commanditaire vennootschap komt procesbevoegdheid toe aan de personenvennootschap zelf. Deze vennootschappen dienen dus digitaal te procederen.

Daarnaast heeft een vennoot van een vennootschap onder firma de bevoegdheid om een procedure namens de personenvennootschap te beginnen (artikel 17 Wetboek van Koophandel). Hetzelfde geldt voor de beherend vennoot van een commanditaire vennootschap. Een maatschap heeft als zodanig geen procesbevoegdheid. Wel kunnen de maten gezamenlijk de maatschap vertegenwoordigen. Een maat kan ook bevoegd zijn om voor de gehele maatschap een beslissing te nemen. In een dergelijk geval zijn de maten dus gebonden aan deze bevoegd genomen beslissing. De individuele maten worden in dat geval procespartij in de procedure. Dit zijn allen natuurlijke personen, die gebruik zouden kunnen maken van de mogelijkheid om op papier te procederen. Als zij die procedure echter voeren in naam van de vennootschap of maatschap, dienen zij zoals boven al gemeld digitaal te procederen. In de genoemde gevallen kan de rechter vrij eenvoudig vaststellen of iemand als privé persoon dan wel in naam van de vennootschap of maatschap procedeert, zodat de verplichting voor deze natuurlijke personen om digitaal te procederen niet tot onduidelijkheden voor de rechter zal leiden.

De professionele partij
Voor de professionele (rechtsbijstand, deurwaarders, advocaten, juridische adviseurs, IND en UWV, etc.) partij wordt een zogenoemde “system to system” voorziening, waardoor de digitale systemen van grote ketenpartners die vaak als procespartij optreden enerzijds en de rechtspraak anderzijds eenvoudig kunnen worden gekoppeld gecreëerd. Voor de digitale verzending wordt daarom – met de huidige stand van de techniek – gebruik gemaakt van e-Herkenning voor de authenticatie en de (veiligheids)waarborgen. Bedrijven en bestuursorganen loggen in met e-Herkenning.
De verweerder (of zijn gemachtigde) kan zijn verweer en bewijsstukken op dezelfde wijze indienen.

Derde belanghebbende en betrokkenen
Betrokkenen bij een verzoek en derdebelanghebbenden in een bestuursrechtelijke zaak kunnen, net als andere bij een procedure betrokken partijen, toegang krijgen tot (een specifiek onderdeel van) “Mijn Zaak”. KEI Rechtspraak zal ervoor zorgdragen dat persoonsgegevens die in het digitale systeem worden opgenomen naar behoren worden afgeschermd, zodat niet meer toegang wordt gegeven dan in het kader van de procedure noodzakelijk is. Via een authenticatie- en autorisatiesysteem zullen ook anderen dan partijen toegang moeten kunnen krijgen tot “Mijn Zaak” voor het indienen van stukken, zoals bijvoorbeeld een deskundige die zijn deskundigenbericht gereed heeft.