Het faillissement en de verhuurde woonruimte

Laatst bijgewerkt op 2018-07-17 om 21:50:30

Ook bij woonruimte worden de normale regels van opzegging door artikel 39 FW terzijde gezet. De huurovereenkomst van de failliete huurder van woonruimte kan daarom in beginsel worden beëindigd op grond van artikel 39 FW. Dit geldt echter niet voor de medehuurder in de woonruimte. De wettelijke- en contractuele medehuurder, alsmede de medehuurder op grond van artikel 7:267 BW zijn immers niet failliet. De huur kan daarom niet op grond van artikel 39 FW worden beëindigd met deze medehuurders. Mochten deze medehuurders, die na de opzegging in plaats treden van de huurder hun verplichtingen uit de overeenkomst niet nakomen, dan kan de verhuurder de huurovereenkomst met deze partij op gebruikelijke wijze beëindigen. Mocht er een huurachterstand zijn opgebouwd, of zijn er anderszins redenen om de huurovereenkomst te beëindigen, dan sluit de mogelijkheid van toepassing van artikel 39 FW de mogelijkheid niet uit om de huurovereenkomst op gebruikelijke wijze te ontbinden.