ECLI:NL:GHDHA:2014:456
Instantie Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak 04-03-2014
Datum publicatie 04-03-2014
Zaaknummer 200.088.387-01
Rechtsgebieden
Civiel recht
Bijzondere kenmerken
Hoger beroep
Inhoudsindicatie
huur bedrijfsruimte; huurprijswijziging, btw-facturen.
Vindplaatsen
Rechtspraak.nl
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Afdeling civiel recht
Zaaknummer : 200.088.387/01
Zaaknummer rechtbank : 898262 CV EXPL 08-4183
Arrest d.d. 4 maart 2014
inzake
SOL DE MALLORCA B.V.,
gevestigd te Den Haag,
appellante in het principaal appel,
verweerster in het incidenteel appel,
hierna te noemen: Sol de Mallorca,
advocaat: mr. J.A. de Rooij te Den Haag,
tegen
[geïntimeerde],
wonende te Rotterdam,
geïntimeerde in het principaal appel,
appellant in het incidenteel appel,
hierna te noemen: [geïntimeerde],
advocaat: mr. M. Hoogenboom te Rotterdam.
Het verloop van het geding
Voor de procedure tot 24 september 2013 wordt verwezen naar het tussenarrest van die datum, waarbij het hof een comparitie van partijen heeft gelast. Deze comparitie is gehouden op 20 november 2013. Hiervan is proces-verbaal opgemaakt. Vervolgens is opnieuw arrest gevraagd.
Verdere beoordeling van het hoger beroep
In het principaal en incidenteel appel
Procedurele kwesties nader
1.
Het hof zal de voorwaardelijke wijziging van eis van Sol de Mallorca – zie rechtsoverweging 1 (ii) tussenarrest – toelaten, gelet op HR 8 februari 2013, ECLI:NL:HR:2013:BY6699. Dit betekent dat Sol de Mallorca op 30 oktober 2012 tevens voorwaardelijk (in reconventie) heeft gevorderd de vaststelling van de huurprijs per 1 juli 2008.
2.
De bij de memorie van antwoord in incidenteel appel tevens akte overlegging producties door Sol de Mallorca overgelegde producties worden buiten beschouwing gelaten, nu deze alle betrekking hebben op de alinea’s 1 tot en met 29 van die memorie die blijkens rechtsoverweging 1 van het tussenarrest eveneens buiten beschouwing worden gelaten.
3.
Het hof blijft bij hetgeen in zijn tussenarrest is overwogen en beslist.
Aanvulling van de feiten
4.
Ter gelegenheid van de comparitie van 20 november 2013 zijn onder meer overgelegd de door de kantonrechter in de rechtbank Rotterdam, locatie Rotterdam, (hierna: de kantonrechter) gewezen vonnissen van 22 maart 2013 en 4 oktober 2013 in de zaak tussen partijen, bekend onder zaaknummer 1331407 CV EXPL 12-14763 (hierna: procedure II). In procedure II heeft de kantonrechter onder meer de huurovereenkomst tussen partijen ontbonden en de ontruiming van het gehuurde gelast. Deze beslissingen zijn uitdrukkelijk niet uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
De verdere beoordeling in hoger beroep
5.
Als voornaamste geschilpunt resteert thans (C), de (nadere) vaststelling van de jaarhuur (per 1 januari 2009/ 1 juli 2008).
Over punt (A) heeft het hof immers bij tussenarrest reeds beslist, evenals over punt (B) met uitzondering van de ingangsdatum van de huurprijswijziging (1 juli 2008 dan wel 1 januari 2009). Over punt C wordt als volgt geoordeeld.
6.
Het hof gaat ervan uit dat partijen, zoals ook is erkend ter comparitie, hebben ingestemd met de benoeming door de kantonrechter van een deskundige, welke deskundige (de heer Jonker) een opdracht is verstrekt om de huurprijs aan de hand van het in artikel 7:303 BW criterium vast te stellen en daarover per 10 februari 2009 rapport uit te brengen.
Het hof zal daarom evenals de kantonrechter, de huurprijsvaststelling volgens genoemd criterium volgen. In dit verband kan in het midden blijven wat de aard is van de bedrijfsruimte (290-bedrijfsruimte op 230a-bedrijfsruimte).
7.
Het hof heeft in zijn tussenarrest reeds overwogen (rechtsoverweging 14) dat Sol de Mallorca ter zake geen vordering heeft ingesteld bij de kantonrechter. Deze vordering heeft Sol de Mallorca wel (op 30 oktober 2012) bij het hof ingesteld. Dit betekent overigens niet, anders dan Sol de Mallorca beoogt, dat deze vordering toereikend is om de nadere huurprijs in te doen gaan per 1 juli 2008. Het verdraagt zich naar het oordeel van het hof niet met de beginselen van een goede procesorde om met een terugwerkende kracht van bijna vier jaar huurprijswijziging te vorderen, temeer niet nu de instemming van partijen met de benoeming van een rechtbankdeskundige kennelijk ook betrekking had op de ingangsdatum 1 januari 2009. Hierbij weegt ook nog mee dat de rechtbankdeskundige als toetsmoment heeft gehanteerd de door [geïntimeerde] gevorderde ingangsdatum 1 januari 2009. Het zou nieuwe deskundigenrapportage vergen om van een eerdere ingangsdatum uit te kunnen gaan. Het hof zal – bij gebreke van bijzondere omstandigheden die tot een afwijkende datum nopen – bij de vaststelling van de huurprijs daarom uitgaan van de in dit geding door [geïntimeerde] gevorderde ingangsdatum
1 januari 2009.
8.
De rechtbankdeskundige Jonker is blijkens zijn rapport uitgegaan van een huurprijs per 1 januari 2009, waarbij hij aan de winkelruimte een huurwaarde heeft toegekend van
€ 200,–per m² per jaar en aan de magazijnruimte een waarde van € 100 per m² per jaar. Het hof zal, evenals de kantonrechter, de deskundige in dit opzicht volgen, nu de waardering van deze deskundige het hof in dit opzicht overtuigend overkomt (Hoge Raad 3 mei 2013, ECLI:NL:HR:2013: BZ1468). Het hof heeft hierbij mede gelet op het standpunt van de derde (op grond van artikel 4.2 Algemene Bepalingen aangezochte) taxateur Simonis (zie rechtsoverweging 2.11 tussenarrest). Deze derde taxateur kwam immers uit op een huurprijs van € 29.225,– (exclusief BTW) en € 34.777,75 (inclusief BTW), hetgeen vrijwel hetzelfde is als de huurprijs van de rechtbankdeskundige Jonker (met inachtneming van de juiste oppervlaktematen; zie hierna). De afwijkende partijstandpunten, waarbij [geïntimeerde] tot een hogere en Sol de Mallorca tot een lagere huurprijs concluderen, maken dit niet anders.
Het hof zal dezelfde oppervlaktematen hanteren als de kantonrechter. Niet is immers geklaagd over het door de kantonrechter gehanteerde uitgangspunt dat de oppervlakte van het gehuurde 153 m² bedraagt. Nu het hof voorts in zijn tussenarrest reeds heeft uitgemaakt (rechts