Gelijk lopende procedures: ontbinding overeenkomst en vragen machtiging

Laatst bijgewerkt op 2018-07-20 om 22:43:31

Het is dus goed mogelijk dat een verhuurder tijdens de vordering tot machtiging tot indeplaatsstelling in reconventie een ontbinding van de huurovereenkomst instelt. De rechter mag zelf beslissen in welke volgorde hij deze vorderingen behandelt. De toewijsbaarheid van deze vorderingen moeten wel in onderling verband worden beoordeeld. Noot 240
Als de verhuurder bijvoorbeeld ontbinding en ontruiming van het gehuurde vordert in verband met een huurachterstand staat dit een reconventionele vordering tot indeplaatsstelling niet in de weg. Als er een grote huurachterstand bestaat kan de rechter het belang van de verhuurder om de huurovereenkomst te ontbinden laten prevaleren boven het belang van de huurder.

Het hof te Amsterdam heeft in haar arrest van 31 augustus 2010 ( LJN: BO9304, Gerechtshof Amsterdam, 200.026.444/01) beslist, dat de huurovereenkomst kon worden ontbonden, omdat het gehuurde op last van de gemeente gedurende de exploitatie van de overdragende huurder werd gesloten vanwege overtreding van de Opiumwet. Dit bracht een ernstige tekortkoming met zich mee, die ontbinding rechtvaardigde. De indeplaatsstelling kon om deze reden geen doorgang vinden. Een huurder kan immers geen rechten overdragen, die feitelijk al zijn verbeurd. De opvolgend huurder treedt immers in de plaats van zijn voorganger. De huurder die in afwachting van een door een rechter uit te spreken ontbinding nog gebruik van het gehuurde maakt, kan geen rechten overdragen waarop een indeplaatsstelling kan worden gebaseerd.