Medehuurderschap voor de samenwoner niet geregistreerde partner

Laatst bijgewerkt op 2018-07-26 om 22:30:49

De wet heeft een voorziening geschapen om personen die met elkaar samenwonen, maar die geen geregistreerd partnerschap met elkaar kunnen aangaan, of die geen geregistreerd partnerschap met elkaar zijn aangegaan (respectievelijk de samenwonende broers en zussen, inwonende kinderen en een stelletje), toch medehuurder te laten worden. Deze regeling is geregeld in artikel 7:267 BW. De constructie verschilt met boven besproken constructie, waarbij beide huurders op het huurcontract staan vermeld. Hier staat namelijk één huurder op het huurcontract vermeld. De andere gebruiker van het gehuurde kan zich een sterkere positie verschaffen.
De eisen voor het verkrijgen van het medehuurderschap luiden als volgt:

  1. Verzoek tot verkrijging van medehuurderschap moet schriftelijk worden gedaan door de huurder en degene die met hem samenwoont;
  2. Bewoner moet in het gehuurde hoofdverblijf hebben;
  3. De bewoner moet tenminste twee jaar met de huurder een duurzame huishouding voorafgaande aan het verzoek hebben gevoerd met de huurder;
  4. Bewoner moet voldoende financiële waarborgen hebben om de huur te betalen;
  5. Bewoner moet niet de bedoeling hebben zich de positie van de huurder te verschaffen.