Overlast en opschorting van de huur 

Laatst bijgewerkt op 2018-06-23 om 15:48:46

In een uitspraak van de kantonrechter te Alkmaar van 6 april 1994, WR 1994/49 was de rechter van mening dat de huurder, die ernstige overlast van zijn buren ondervond, gedeeltelijke opschorting van de huur mocht laten plaatsvinden nu de buren tot familierelatie met de verhuurder stonden. De kantonrechter was van mening dat de overlast de verhuurder was toe te rekenen in verband met de familierelatie en dat de verhuurder niets heeft ondernomen om de overlast te doen eindigen. Deze overlast valt de verhuurder dan toe te rekenen. De overlast rechtvaardigde gedeeltelijke opschorting van de huurpenningen.Als vuistregel moet wel tot uitgangspunt worden genomen dat de huurder pas tot opschorting van de huurprijs kan overgaan als de verhuurder door de huurder is aangesproken vanwege deze overlast en dus gelegenheid heeft gehad om tegen de overlast op te treden. Dit hoeft voor opschorting van de huur geen ingebrekestelling te zijn. Een ingebrekestelling is wel noodzakelijk als de huurder gevolgschade wenst te claimen.
Opschorting van de huur is niet mogelijk als de verhuurder (gerechtelijke) stappen tegen de overlast veroorzakende onderneemt en de huurder gedurende deze maatregelen overlast van de desbetreffende huurder blijft ondervinden.
artikel 6:262 BW