Servicekostenafrekening woonruimte – Updates

Laatst bijgewerkt op 2023-08-19 om 21:49:14

  • Bijgewerkt 12 juni 2011: er is geen wettelijke regeling waarop de servicekostenafrekening ten behoeve van geliberaliseerde woonruimte gebaseerd kan worden op de kosten van werkelijk verbruik.
  • Bijgewerkt 28 juli 2011: rechtbank Haarlem, sector kanton Haarlem, vonnis van 14 juli 2011 LJN: BR2961, sector kanton Rechtbank Haarlem, 489241\CV EXPL 10-15068. Verval vorderingsrecht servicekosten.
  • Bijgewerkt 27 december 2011: Servicekostenbeleid 2010 van de huurcommissie ingevoerd.
  • Bijgewerkt 19 juni 2012: onderdeel roerende zaken in het gehuurde en kosten van huur en/of onderhoud ingevoerd.
  • Bijgewerkt 21 september 2012: verdeling kosten meubilair aangevuld.
  • Bijgewerkt 31 oktober 2012. Formulieren huurcommissie geactualiseerd naar de modellen van 2012.
  • Bijgewerkt 4 juli 2013. Gehele redactie van het hoofdstuk herzien.
  • Bijgewerkt 31 oktober 2013. Invoering van de Warmtewet.
  • Bijgewerkt 29 december 2013. Gedeelte Warmtewet aangepast door bekendmaking van de paramaters voor de berekening van de maximumprijs door het ACM ( Besluit maximumprijzen warmteverbruik per 1 januari 2014).
  • Bijgewerkt 24 februari 2014. De kantonrechter kwam in haar vonnis van 14 februari 2014 ECLI:NL:RBROT:2014:1081 in alinea 4.3 van dit vonnis tot oordeel dat zonder een uitspraak van de Huurcommissie en/of de kantonrechter geen bedragen kunnen worden gevorderd die opeisbaar zijn geworden buiten de termijn van 24 maanden als genoemd in artikel 7:260 lid 2 BW
  • Bijgewerkt 24 februari 2014. Servicekostenbeleid van de Huurcommissie vanaf januari 2014 actueel ingevoerd.
  • Bijgewerkt 23 juni 2014. Diverse wijzigingen met betrekking tot de Warmtewet ingevoerd. Tevens onderdeel over de Warmtewet verplaatst naar de onderkant van de pagina. Voortschrijdend proces. Verdere wijzigingen volgen nog deze week.
  • Bijgewerkt 29 juni 2014. aanvulling compensatieregeling bij de Warmtewet.
  • Bijgewerkt 15 juli 2014. Bevoegdheid Huurcommissie voor niet-geliberaliseerde woonruimte gecorrigeerd. Tevens koppeling met de Wohv gewijzigd. .
  • Bijgewerkt 16 juli 2014. Hoofdstukindeling gewijzigd. Term servicekosten vervangen waar nodig door levering van zaken en diensten. Servicekosten als geldende term laten staan waar deze niet betreft de levering van warmte met individuele meter
  • Bijgewerkt 17 juli 2014. Wijziging redactie hoofdstuk, met name het gedeelte “bevoegheid Huurcommissie”.
  • Bijgewerkt 18 juli 2014. In het onderdeel “De Warmtewet en de afrekening van de levering van warmte”de Huurcommissie als geschillenbeslechter opnieuw opgevoerd.
  • Bijgewerkt 4 augustus 2014. Andermaal hoofdstuk doorgelopen en verschil tussen nutsvoorzieningen en servicekosten consequent doorgevoerd.
  • Bijgewerkt 5 augustus 2014. Onderdeel “Het door de huurder verschuldigde voorschotbedrag aan geleverde zaken en diensten”aangepast. Nieuw formulier Huurcommissie over voorschotbedragen gepubliceerd. er moet rekneing worden gehouden met een minimum bedrag van € 3 per maand. Tevens kan geen discussie meer gestart worden over verlaging van het voorschotbedrag van servicekosten via de Huurcommissie.
  • Bijgewerkt 6 augustus 2014. Rol van Huurcommissie aangepast. Zoveelste aanpassing wegens onduidelijkheid rol Huurcommissie wegens Warmtewet
  • Bijgewerkt 11 september 2014. Allerlei wijzigingen doorgevoerd.
  • Bijgewerkt 24 september 2014. Wijziging naam geschillencommissie Energie en Water in geschillencommissie Energie.
  • Bijgewerkt 30 november 2014. Allerlei tekstuele wijzigingen aan het onderdeel “De Warmtewet en de afrekening van de levering van warmte”.
  • Bijgewerkt 9 december 2014. Allerlei tekstuele wijzigingen aan het onderdeel “De Warmtewet en de afrekening van de levering van warmte” plus vermelding van het bericht van de Woonbond dat de Huurcommissie nog wel bevoegd is over deze zaken te oordelen.
  • Bijgewerkt 22 december 2014. Besluit tot vaststelling van de maximumprijs en de berekening van de eenmalige aansluitbijdrage en het meettarief warmteverbruik per 1 januari 2015 verwerkt.
  • Bijgewerkt 15 maart 2015. Tekstuele correcties toegepast.
  • Bijgewerkt 26 maart 2015. Aanvulling regeling bagatelzaken.
  • Bijgewerkt 29 maart 2015. De kantonrechter van de rechtbank te Rotterdam besliste in haar vonnis van 6 maart 2015 ECLI:NL:RBROT:2015:2010 dat een zonnescherm aan de woning niet duurzaam met woning verenigd was en naar aard en inrichting niet bestemd was om duurzaam ter plaatse te blijven. De huurder was dus servicekosten verschuldigd.
  • Bijgewerkt 18 april 2015. De Hoge Raad heeft in haar arrest van 29 oktober 2010 ( ECLI:NL:HR:2010:BM9232 ) de wetgever zich rekenschap heeft gegeven van voor- en nadelen van het heffen van rioolrechten bij gebruikers van en zakelijk gerechtigden tot woningen, en ervoor heeft gekozen – en aldus expliciet de bedoeling heeft gehad – gemeenten de keuze te laten van welke van beide groepen betrokkenen het rioolrecht wordt geheven.
  • Bijgewerkt 18 april 2015. Mr C.W.M. van Ballegooijen concludeert op 4 juni 2008 ( ECLI:NL:PHR:2009:BD5473) bij het arrest van de Hoge Raad van 15 mei 2009 (Zaaknummer 07/13183 (niet gepubliceerd) bij de zaak van de gemeente Nijmegen dat uit de parlementaire behandeling bij de Wet wijziging materiële belastingbepalingen en bij de wijziging van de Gemeentewet per 1 januari 2008 en uit BNB 1994/84 afgeleid kan worden dat alle kosten ter zake van de gemeentelijke riolering aan alleen de eigenaren in rekening mogen worden gebracht zonder dat van strijd met de wet of enig rechtsbeginsel sprake is.
  • Bijgewerkt 7 mei 2015. Een zonnescherm is een roerende zaak aldus de kantonrechter van de rechtbank Oost-Brabant, locatie ’s-Hertogenbosch van 15 januari 2015 ECLI:NL:RBOBR:2015:167 .
  • Bijgewerkt 30 juni 2015. Invoeging fragment of de Huurcommissie voor de sociale huurwoning exclusief bevoegd is een oordeel over de zaak te geven in het onderdeel: “De rol van de Huurcommissie en de berekening van zaken en diensten”.
  • Bijgewerkt 7 juli 2015. Uitbreiding “kijkgroen en doorbeasting kosten onderhoud daarvan.
  • Bijgewerkt 7 juli 2015. Het gerechthof te Amsterdam acht in haar arrest van 9 juli 2013 ECLI:NL:GHAMS:2013:2093 het kijkgenot van een niet toegankelijke tuin onderdeel van het gehuurde. De vergoeding daarvoor moet geacht worden in de huurprijs te zijn begrepen. Voor het onderhoud van de tuin kunnen daarom geen servicekosten in rekening worden gebracht.
  • Bijgewerkt 10 juli 2015. Uitbreiding uitleg graaddagen
  • Bijgewerkt 11 september 2015. Formulieren Huurcommissie vernieuwd
  • Bijgewerkt 15 september 2015. De rechtbank Rotterdam heeft in haar vonnis van 7 augustus 2015 ( ECLI:NL:RBROT:2015:5654 ). “Derving servicekosten door leegstand” mogen niet worden doorberekend.
  • Bijgewerkt 8 maart 2016. Beleidsboek servicekosten en nutsvoorzieningen van de Huurcommissie 2016 ingevoerd.
  • Bijgewerkt 4 april 2016. De rechtbank Rotterdam heeft in haar vonnis van 6 februari 2015 ECLI:NL:RBROT:2015:740 bepaald dat niet de werkelijke kosten in rekening gebracht konden worden, maar geschatte kosten omdat de professionele verhuurder de voorschotbedragen onjuist had ingeschat.
  • Bijgewerkt 6 mei 2016. In het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 23 mei 2016 (4645465 CV EXPL 15-33465) werd een geschil besproken waarbij een huurder bijgestaan door zijn advocaat met de verhuurder middels een vaststellingsovereenkomst is overeengekomen dat er maandelijks een bedrag van € 600 aan huur en € 650 aan servicekosten gedurende 10 jaren betaald zou worden. Dat de afspraak afwijkt van het dwingende recht maakt dit volgens de rechter niet anders, omdat ingevolge artikel 7:902 BW partijen afspraken kunnen maken die in strijd zijn met dwingend recht.
  • Bijgewerkt 29 mei 2016. Invoeging wetsvoorstel energiepresatievergoeding
  • Bijgewerkt 10 augustus 2016. Het hof te Amsterdam komt in haar arrest van 25 oktober 2015 ( ECLI:NL:GHAMS:2015:5687 ) mede door de beperkende werking van artikel 6:248 BW tot het oordeel dat de kosten die normaliter voor het gebruik van meubilair in rekneing gebracht kan worden nu niet berekend kan worden.
  • Bijgewerkt 5 september 2016. aanvulling kosten roerende zaken.
  • Bijgewerkt 5 november 2016. Als er onzelfstandige woonruimte boven bedrijfsruimte wordt verhuurd, dan kan er voor de gemeente waarin de onroerende zaak is gelegen in het kader van de aanslag Zuiveringsheffing sprake zijn van verhuurde bedrijfsruimte.
  • Bijgewerkt 30 januari 2017. bijgewerkt wetsvoorstel energiepresatievergoeding
  • Bijgewerkt 1 april 2017. Energieprestatievergoeding en NOM-Ready woningen
  • Bijgewerkt 24 april 2017. De rechtbank Zeeland-West-Brabant was in haar vonnis van 8 maart 2017 ( ECLI:NL:RBZWB:2017:1296) was terecht van oordeel dat
  • Bijgewerkt 25 april 2017. Zuiveringsheffing niet als servicekosten is te beschouwen. De Huurcommissie mag hierover dus geen oordeel geven. Afvalstoffen (na) heffingen
  • Bijgewerkt 23 mei 2017. Het gerechtshof Amsterdam gaat in haar arrest van 9 mei 2017 ( ECLI:NL:GHAMS:2017:1761) op basis van 7:259 lid 1 BW uit van een redelijk bedrag voor servicekosten die partijen kunnen overeengekomen. Dit bedrag zal redelijk moeten zijn, in de zin dat het in redelijke verhouding moet staan tot de waarde van hetgeen daarvoor wordt geboden.
  • Bijgewerkt 18 juni 2017. Allerlei wijzigingen uitgevoerd.
  • Bijgewerkt 19 juli 2017. Aanpassing bijna Nom woning naar aanleiding van nieuwsbrief overheid.nl 18 juli 2017.
  • Bijgewerkt 6 september 2017. De kantonrechter van de rechtbank te Noord-Holland, kantonzaken, locatie Zaanstad, nam in haar vonnis van 11 januari 2017 ( ECLI:NL:RBNHO:2017:202) een standpunt in over de bevoegdheid van de Huurcommissie over zaken, waarbij de Warmtewet was betrokken. De kantonrechter overweegt als volgt: “In de wet van 17 juni 2013, houdende regels omtrent de levering van warmte aan verbruikers (Warmtewet) zijn geen bepalingen opgenomen, waaruit volgt dat de huurcommissie niet langer bevoegd is om te oordelen over een verzoek, zoals dat door [gedaagde] is gedaan. Ook de Memorie van Toelichting (MvT) bij de Warmtewet bevat geen aanwijzingen in die richting. Nu uit de MvT tevens blijkt dat het doel van de Warmtewet is om te beschermen tegen te hoge tarieven, valt niet in te zien waarom deze wet, zonder expliciete bepalingen in die richting tot onbevoegdheid van de huurcommissies zou hebben geleid”.
  • Bijgewerkt 1 oktober 2017. Beheer- en administratiekosten van de woonruimte. (beheer- en administratiekosten van leveringen en diensten echter weer wel). De rechtbank te Limburg wees in haar vonnis van 20 september 2017 ( ECLI:NL:RBLIM:2017:9162 ) een post bestuurskosten ten behoeve van de VvE niet toe omdat onduidelijk was hoe het gevorderde bedrag tot stand was gekomen. Ik ga ervan uit dat de post wel (deels) toegewezen had kunnen worden als het door de verhuurder duidelijk had gemaakt dat dit kosten waren die met de administratiekosten van geleverde diensten verband hielden.
  • Bijgewerkt 17 december 2017. In het tussenrapport quickscan bewonerstevredenheid EPV van 24 november 2017 door drs. Fokke de Jong en David Borger is bekeken
  • Bijgewerkt 4 februari 2018. Indexering maximale energieprestatievergoeding 2018 verwerkt
  • Bijgewerkt 17 oktober 2018. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden was in haar arrest van 3 april 2018 (ECLI:NL:GHARL:2018:3114) van oordeel dat het opbouwen van een reserve voor de kosten van binnenschilderwerk door de verhuurder gevormd mocht worden.
  • Bijgewerkt: Het hof te Amsterdam heeft in haar arrest 26 juni 2018 (ECLI:NL:GHAMS:2018:2113) beslist dat zonnepanelen en -boiler bestanddelen van de woning in de zin van artikel 3:4 BW waren, waardoor de verhuurder het gebruik van deze zaken niet in de servicekosten mocht verwerken.
  • Bijgewerkt 26 april 2019. Het hof Amsterdam is in haar arrest van 30 oktober 2018 (ECLI:NL:GHAMS:2018:4030) echter teruggekomen op haar redenering  in haar arrest van 9 mei 2017 ( ECLI:NL:GHAMS:2017:1761). In haar arrest van 30 oktober 2018 (ECLI:NL:GHAMS:2018:4030) gaat het hof niet langer uit van een redelijke vergoeding op basis waarvan de servicekosten ten behoeve van geliberaliseerde berekend moeten worden, maar wordt de contractsvrijheid tot uitgangspunt genomen.
  • Bijgewerkt 23 mei 2019. Als het zonnescherm is geïntegreerd in de pui en past bij de andere bestanddelen van de pui, dan zou het verwijderen van het zonnescherm een gat slaan in de vormgeving van de pui. Dit leidt dan tot schade. Het hof te Arnhem-Leeuwarden komt in haar arrest van 8 januari 2019 (ECLI:NL:GHARL:2019:69) tot oordeel dat in een concrete situatie het gebouw en zonweringsinstallatie in constructief opzicht op elkaar afgestemd.
  • Bijgewerkt 26 januari 2020. De rechtbank Midden-Nederland besliste in haar vonnis van 17 april 2019 (ECLI:NL:RBMNE:2019:2144) dat nieuw berekende servicekosten in de eindafrekening niet ten laste van de huurder doorbelast kan worden.
  • Bijgewerkt 22 maart 2020. De rechtbank ’s-Gravenhage, kantonzaken, locatie ’s-Gravenhage oordeelde in haar vonnis van 4 juli 2019 (ECLI:NL:RBDHA:2019:6243) dat de verhuurder haar kosten gemoeid met het verzoeken om vermindering dan wel teruggave van energiebelasting niet in mindering kan brengen op de aan huurder te betalen teruggave.
  • Bijgewerkt 16 mei 2020. De Hoge Raad heeft in haar arrest van 24 april 2020 (ECLI:NL:HR:2020:808) het Amsterdamse hof teruggefloten. Het arrest van het hof Amsterdam  van 30 oktober 2018 (ECLI:NL:GHAMS:2018:4030) bleek zoals boven reeds opgemerkt het recht niet goed uit te leggen. Het arrest van de Hoge Raad geeft uitsluitsel over de vraag hoever de contractsvrijheid reikt van partijen die bij het sluiten van een huurovereenkomst voor geliberaliseerde woonruimte. Artikel 7:259 BW geldt zowel voor geliberaliseerde als voor niet-geliberaliseerde woonruimte, en is blijkens artikel 7:265 BW van dwingend recht.
  • Bijgewerkt 16 mei 2020. De conclusie van mr. Wissink van 20 december 2019 (ECLI:NL:PHR:2019:1396) die naar aanleiding van deze casus is geformuleerd geeft een prachtige weergave van wat onder servicekosten verstaan moet worden en geeft tevens weer dat de geliberaliseerde huurder ook aanspraak kan maken op herberekening van deze kosten, ook als er vaste kosten zijn overeengekomen over deze geleverde diensten.
  • Bijgewerkt 22 augustus 2020. Alleen als de ramen door de huurder zelf bereikbaar zijn, dan kunnen de schoonmaakkosten wel worden doorblast als dit is overeengekomen. Zie vonnis van de rechtbank te Amsterdam in haar vonnis van 9 maart 2020 (ECLI:NL:RBAMS:2020:1359).
  • Bijgewerkt 22 juni 2021. De rechtbank Amsterdam heeft in haar vonnis van 21 juni 2021 (ECLI:NL:RBAMS:2021:3098) bepaald dat er ten onrechte door huurders kosten zijn betaald in verband met een zogenaamde community overeenkomst met en Vastgoed beheerder. Onredelijk beding ex artikel 7:264 BW.
  • Bijgewerkt 19 augustus 2021. Arrest van het hof ‘s- Gravenhage van 27 oktober 2020 (ECLI:NL:GHDHA:2020:2823). De huurder beriep zich zowel op de uitsluiting van hoger beroep tegen beslissingen van de kantonrechter die volgen op uitspraken van de Huurcommissie (artikel 7:262 lid 2 BW) als op de hogerberoepgrens van € 1.750 (artikel 332 lid 1 Rv). Het hof verklaarde de verhuurder niet-ontvankelijk vanwege deze hogerberoepgrens van € 1.750.
  • Bijgewerkt 19 augustus 2021. Uit een arrest van de Hoge Raad van 16 maart 2007 (ECLI:NL:HR:2007:AZ1490) blijkt immers dat bij doorbreking van het appèlverbod toch nog altijd naar de hogerberoepgrens van € 1.750 gekeken met worden. De Hoge Raad stelt voorop dat de ratio van de appelgrens in artikel 332 lid 1 Rv is dat geen hoger beroep behoort open te staan in zaken waarvan het betrekkelijk geringe financiële belang niet opweegt tegen de tijd en kosten die gemoeid zijn met de behandeling van de zaak in hoger beroep.
  • Bijgewerkt 27 januari 2022. De Hoge Raad heeft in haar arrest van 21 januari 2022 (ECLI:NL:HR:2022:61) beslist  dat in een geval als het onderhavige een verhuurder de kapitaals- en onderhoudslasten van een WKO-installatie (indien dit een onroerende aanhorigheid is), gelet op het bepaalde in artikel 7:237 lid 2 BW niet als servicekosten bij huurders in rekening brengen en biedt het woningwaarderingsstelsel opgenomen in Bijlage 1 bij het Besluit huurprijzen woonruimte, dat van toepassing is op niet-geliberaliseerde huur, geen ruimte om deze kosten te verdisconteren in de maximaal redelijke huurprijs.
  • Bijgewerkt 17 augustus 2022. Uit het arrest van het hof Amsterdam van zijn arrest van 29 maart 2022 (ECLI:NL:GHAMS:2022:913) blijkt dat met inachtneming van het arrest van de Hoge Raad van 24 april 2020 (ECLI:NL:HR:2020:808) dat ook voor geliberaliseerde woonruimte teruggegrepen wordt naar de werkelijke kosten ten aanzien van de overeengekomen diensten.
  • Bijgewerkt 29 mei 2023. De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft in haar vonnis van 25 januari 2023 (ECLI:NL:RBZWB:2023:552) bepaald dat een huurder kon worden veroordeeld om medewerking te verlenen tot plaatsing van een slimme meter die niet op afstand afleesbaar is.
  • Bijgewerkt 9 juli 2023. De rechtbank Rotterdam oordeelde in haar vonnis van 6 maart 2023 (ECLI:NL:RBROT:2023:1851) evenals de rechtbank ’s-Gravenhage, kantonzaken, locatie ’s-Gravenhage in haar vonnis van 4 juli 2019 (ECLI:NL:RBDHA:2019:6243), dat teruggaaf energiebelasting onderdeel van servicekosten is.
  • Bijgewerkt 17 augustus 2023. In het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 2 maart 2023 (ECLI:NL:RBAMS:2023:1078) is beslist dat de verhuurder die gehouden is de onverschuldigd betaalde communitykosten terug te betalen, deze onverschuldigd  betaalde bedragen alsnog mag die verrekenen met een herziene afrekening servicekosten.
  • Bijgewerkt 19 augustus 2023. De rechtbank Amsterdam, afdeling kantonzaken, locatie Amsterdam heeft in haar vonnis van 2 maart (ECLI:NL:RBAMS:2023:1048) onder meer  bepaald dat onder woonruimte onder meer de voorzieningen vallen die naar hun aard of door overeenkomst deel uitmaken van het gehuurde. In deze zaak werd door dezelfde verhuurder een procedure gevoerd als in bovengenoemd vonnis van 2 maart 2023 (ECLI:NL:RBAMS:2023:1078).
  • Bijgewerkt 19 augustus 2023. Het hof ‘s-Hertogenbosch besliste in zijn arrest van 21 maart 2023 (ECLI:NL:GHSHE:2023:916) dat de servicekosten met betrekking tot een slim slot niet als servicekosten doorbelast konden worden. Het slimme  slot was bij het aangaan van de huurovereenkomst niet in de woning aanwezig.