Beknopte handleiding procederen – Aantal exemplaren van de dagvaarding die de deurwaarder voor betekening nodig heeft

Laatst bijgewerkt op 2019-09-29 om 16:30:49

De deurwaarder moet altijd één exemplaar van de dagvaarding meer ontvangen dan het aantal gedaagden. Als er één gedaagde op het exploot staat vermeld, dan moeten er twee exemplaren van de dagvaarding naar de deurwaarder worden gestuurd. Als er twee gedaagden op het dagvaardingsexploot staan vermeld, dan moeten er drie exemplaren van de dagvaarding naar de deurwaarder worden gestuurd. De deurwaarder betekent namelijk een afschrift van het exploot aan de gedaagde(n) en hij vult een origineel exemplaar in waarop de gedaagden en zijn bevindingen staan vermeld. De deurwaarder vermeldt bijvoorbeeld of hij de gedaagde het exploot heeft kunnen overhandigen, of dat hij het dagvaardingsexploot in een envelop in de brievenbus achter heeft moeten laten. Als het exploot wordt geweigerd, zal hij dit ook vermelden.

Producties
Aangeraden wordt om belangrijke documenten altijd bij de dagvaarding te voegen, namelijk als productie (bijlage). U dient de producties te nummeren. Vóór elke productie kunt u een productievel leggen, waarop het nummer van de betreffende productie is vermeld. Derhalve: “Productie 1, Productie 2, etc.”. De producties kunt u laten meebetekenen met de dagvaarding. Dat betekent dat u bij elk exemplaar van de (te betekenen) dagvaarding ook een set producties voegt. Het is verstandig een overzicht van producties te geven als er veel producties bij de dagvaarding zitten gevoegd.

Begeleidende brief van de dagvaarding naar de deurwaarder

In de begeleidende brief naar de deurwaarder moet staan dat de deurwaarder het formele gedeelte van de dagvaarding moet controleren en na controle moet betekenen. Verder is het verstandig om de deurwaarder duidelijk te maken dat het een losse opdracht betreft en dat hij niet als gemachtigde op mag treden. Voor de werkzaamheden als gemachtigde vraagt de deurwaarder een (gemachtigde-) salaris en dit is weggegooid geld als de procedure door de eisende partij zelf kan worden gevoerd. Met behulp van de online formulieren op Huurgeschil.nl moet dit in veel gevallen mogelijk zijn. In de brief moet verder het verzoek worden gedaan om de originele dagvaarding te retourneren onder begeleiding van de nota. U kunt de deurwaarder desgewenst ook verzoeken om de datum (van de rolzitting) te bepalen waartegen wordt gedagvaard, als u deze dag zelf nog niet hebt bepaald en hebt opgenomen in de dagvaarding. Het is verstandig om de deurwaarder hier uitdrukkelijk om te verzoeken.

Termijn in de dagvaarding

De dag waartegen wordt gedagvaard, is de dag waarop de gedaagde partij in de procedure moet verschijnen. Men noemt dit wel de “eerst dienende” dag of de “eerste rechtsdag”. De eiser dient te dagvaarden tegen een dag waarop de rechtbank “rolzitting” houdt. De “rol” is in feite een administratief systeem. Alle proceshandelingen verlopen via de rol. Elke rechtbank, afdeling civiel, kantonzaken, heeft eigen roldagen. Deze zijn, per rechtbank te vinden op de website Rechtspraak.nl.

De gewone termijn tussen de betekening van de dagvaarding en de eerste zittingsdag beloopt tenminste één week: tussen de dag waarop de dagvaarding wordt betekend en de dag waartegen wordt gedagvaard moeten zich dus minimaal zeven dagen bevinden (artikel 119 RV jo. artikel 114 RV). Voor de goede orde: voor de termijn van zeven dagen tellen de dag waarop het exploot is betekend en de eerste rechtsdag dus niet mee!

Als u als eisende partij nog een mogelijkheid van schikking open wenst te houden vóór de eerste zittingsdatum, of u wenst om organisatorische redenen de procedure later inhoudelijk te voeren, kunt u de deurwaarder vragen tussen de betekening van de dagvaarding en de eerste zittingsdag een x-aantal weken te plannen.

Informatieformulier voor zaken waarin de gedaagde een natuurlijke persoon is

Vanaf 1 oktober 2019 stuurt u in kantonzaken waarin gedaagde een natuurlijke persoon is een Informatieformulier met de dagvaarding naar de deurwaarder mee.

Introductie huurincasso – Ambtelijke werkzaamheden – Onderscheid ambtelijke praktijk en incassopraktijk van de deurwaarder

Laatst bijgewerkt op 2022-09-25 om 16:58:55

De ambtelijke praktijk van de deurwaarder en de incassopraktijk van de deurwaarder doorkruisen (intern is de boekhouding vanwege regelgeving gesplitst) elkaar en omgekeerd. Dit is geen goede ontwikkeling. Een persoon moet immers duidelijk weten wanneer hij met de deurwaarder in de hoedanigheid van ambtenaar te maken heeft en wanneer hij met de persoon van de deurwaarder in de hoedanigheid van incassospecialist te maken heeft. Het feit dat de deurwaarder bevestigingen van incasso-opdrachten en de eerste aanmaning in verband met deze incasso op briefpapier verstuurt waarop veelal het woord “gerechtsdeurwaarder” pontificaal staat vermeld en waarop bovendien “de leeuw” (het logo van de gerechtsdeurwaarder) staat gedrukt (zie voor een voorbeeld ) zorgt alleen voor meer verwarring over de rol van de gerechtsdeurwaarder.
Dit geldt eens te meer nu er praktijken bekend zijn dat deurwaarder briefpapier aan bepaalde bedrijven verkoopt met zijn naam en zijn logo (van de gerechtsdeurwaarder) daarop vermeld. Het is dan de bedoeling dat dit bedrijf (vaak een grote klant van het deurwaarderskantoor) dit papier gebruikt om zijn debiteuren rechtstreeks aan te schrijven om zijn vorderingen betaald te krijgen. De deurwaarder krijgt dan per verkochte brief betaald, zonder dat kennis te nemen van de inhoud van de brief en/of vordering. De debiteur krijgt in zijn beleving een brief van de deurwaarder. Meestal heeft dit tot effect dat de debiteur zich een hoedje schrikt en dan maar tot betaling overgaat. Het bedrijf (de crediteur) is dan tevreden, omdat de vorderingen voor een relatief laag bedrag onder druk van een vermeende deurwaarder alsnog worden betaald. Het officiële uit handen geven van een vordering is kostbaarder voor de crediteur, omdat er dan bureau- en dossierkosten aan de deurwaarder zijn verschuldigd en incassokosten aan de deurwaarder afgerekend dienen te worden als de vordering door tussenkomst van de deurwaarder wordt betaald. Deze wijze van werken lijkt in strijd te zijn met de regels van de KVG, de beroepsvereniging van gerechtsdeurwaarders.
Een afgeleide variant is de incassletter. Hierbij koopt de opdrachtgever die zijn vorderingen wenst te innen brieven van deurwaarder. De brieven kosten ongeveer € 15,- per brief. Op deze brieven staat eveneens het logo van de deurwaarder en de naam van een deurwaarder vermeld. Het deurwaarderskantoor zet de variabelen in de brief. Deze zijn vaak beperkt tot de naam van de crediteur, de grondslag van de vordering, de hoogte van de vordering en het rekeningnummer van de crediteur, waarnaar het bedrag overgemaakt moet worden. Het incassotarief is hierbij niet van toepassing. Mocht de debiteur niet betalen, dan kan de crediteur besluiten dat de vordering het normale incassotraject ingaan.
De vergelijking met een politieman die de dienstwagen gebruikt om zich voor een privéafspraak snel door het verkeer te bewegen lijkt voor de hand te liggen.Ik ben van mening dat aan deze onduidelijke en verwarring scheppende rol van de deurwaarder een einde moet komen. De deurwaarder mag wat mij betreft er wel een incassopraktijk op na houden, maar het moet voor de buitenstaander duidelijk zijn met welk onderdeel van het kantoor van de deurwaarder de schuldenaar en/of de opdrachtgever te maken heeft. Het dreigen met het leggen van beslagen in de incassofase lijkt een onbehoorlijke wijze van handelen.
Er wordt immers bewust gespeculeerd op de onwetendheid van mensen over de mogelijkheden van de deurwaarder zonder aanwezigheid van een vonnis. Men probeert dan bewust het aureool van de beslagleggende deurwaarder in de executiefase te verleggen naar de fase van buitengerechtelijke werkzaamheden, waarin de deurwaarder (zonder vonnis) net zo min als andere personen beslagen kan leggen (los van de mogelijkheid om via een advocaat na verlof van de voorzieningenrechter conservatoir beslag te leggen).Ik ben daarom van mening dat de deurwaarder duidelijk onderscheid moet maken tussen zijn rol als deurwaarder en zijn rol als incassobureau. Dit onderscheid is duidelijk te realiseren. Er kan bijvoorbeeld worden gedacht aan onderbrenging van de verschillende werkzaamheden van de deurwaarder onder verschillende (rechts)personen.

 

Aanbevelingen voor het verschaffen van duidelijkheid tussen de ambtelijke praktijk en de incassopraktijk van de deurwaarder

Briefpapier met logo deurwaarder alleen gebruiken voor ambtelijke handelingen

Verder is het omwille van de duidelijkheid niet wenselijk om voor de correspondentie van de incasso-opdrachten het officiële briefpapier van de gerechtsdeurwaarder te gebruiken. Het briefpapier van de ambtelijke praktijk moet verschillen met het briefpapier van de incassopraktijk. Zo is het voor iedereen duidelijk of de deurwaarder een bericht in zijn hoedanigheid als ambtenaar heeft verstuurd, of dat de deurwaarder een bericht in zijn hoedanigheid als incassospecialist heeft verstuurd. De deurwaarder is immers een beschermd beroep. De deurwaarder wordt bovendien door de “Kroon” benoemd. Het geeft geen pas dat een ambtenaar zijn ambtelijke titel als incassospecialist aanwendt.

Verschillende voorwaarden bij ambtelijke handelingen en incasso’s

Bij een duidelijke loskoppeling van de ambtelijke praktijk en de incassopraktijk is het bovendien duidelijk dat de deurwaarder voor de werkzaamheden in zijn incassopraktijk zijn opdrachtgever incassokosten kan berekenen, terwijl dit voor de ambtelijke werkzaamheden niet mogelijk is. De deurwaarder zal dan ook verschillende algemene voorwaarden moeten maken. Voorwaarden over de ambtelijke praktijk lijken overbodig, omdat de wet alles al heeft geregeld over de tarieven en de werkzaamheden waaraan de deurwaarder gedurende de executie zich dient te houden.
Ik ben van mening dat de deurwaarder naast de ambtelijke tarieven geen andere kosten aan de opdrachtgever in rekening mag brengen (behalve wellicht een maximaal bedrag van € 50 aan dossierkosten als de deurwaarder wordt verzocht om een vonnis te executeren en de deurwaarder neemt vervolgens alle executiehandelingen (bijvoorbeeld: betekening en bevel van een vonnis, beslag, veiling na beslag) in behandeling.

In de NRC van zaterdag 24 september (Economie Katern, pagina 18) wordt onder meer gesteld dat mensen met schulden nog dieper in de problemen komen als de deurwaarder bij de vordering wordt betrokken. Volgens die artikel kunnen schulden dan wel tot tien keer over de kop gaan. Kleine schulden worden dan vaak grote schulden. Als voorbeeld wordt gegeven dat als een abonnement van € 15 niet wordt betaald, deze vordering eerst wordt opgehoogd met € 40 incassokosten. Als de deurwaarder dan voor deze vordering doorgaat, dan luiden de kosten voor het verder procederen voor natuurlijke persoenen op basis van de tarieven (zie het Besluit Tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders) als snel als volgt: kosten dagvaarding € 103,33, griffiekosten € 86, betekening en bevel van het vonnis € 114,01. Ik heb hier dan het gemachtigdensalaris en de rente nog niet bij betrokken. De  vordering van € 15 is bij het halen van een vonnis dan opgelopen tot € 358,34. Als er dan niet betaald wordt, dan kan er derdenbeslag onder een werkgever worden gelegd. De kosten daarvan zijn € 154,14. De betekening van dit beslag aan de beslagene kost nog eens € 70,66. Zonder veel executiemaatregelen uit te voeren komen de kosten voor het binnenhalen van een hoofdsom van € 15 bij een eerste stap in de executie uit op: € 358,34 + € 154,14 + € 70,66 = € 583,14.

Zoals hier ook gesteld is de deurwaarder zowel ambtenaar als ondernemer. De ambtenaar moet handelen conform de wet. De ondernemer wenst zijn omzet te vergroten. Die exploten zijn enerzijds gelegitimeerd als er een vordering geïnd moet worden. Anderzijds zal de ondernemer deze exploten ook wel willen uitbrengen om de omzet te verhogen. Ik zeg nadrukkelijk niet dat elke deurwaarder een dergelijke lager vordering zo op laat lopen. Ik laat dit voorbeeld echter zien ter illustratie dat de vordering zonder moeite erg op kan lopen.

In het artikel van het NRC  wordt gesteld dat de gang naar de rechter de schuldenaar verder in de narigheid brengt, terwijl de deurwaarder aan de behandeling van een dergelijke zaak juist verdient. Dit wordt als “perverse prikkel in te huidige systeem” aangeduid.

Er wordt gepleit om een betalingsregeling te verankeren in de wet. Nu kan schuldeiser beslissen om een betalingsregeling alleen onder verband van vonnis te accepteren met alle kosten, die dit met zich mee brengt. In mijn praktijk probeer ik altijd eerst betalingsregelingen aan te gaan. Als dit niet lukt, dan start ik doorgaans procedures op. Voor lage bedragen wordt bij de rechtsbijstand niet geprocedeerd als het niet gaat om doorlopende vorderingen. Als de cliënt recht heeft op betaling van een laag bedrag, dan wordt vaak een afweging gemaakt wat duurder is: procederen of afkopen met het recht van substitutie om zelf op een later moment die vordering binnen te hengelen. Voor de proces- en executiekosten is de verzekerde immers verzekerd. Dez