Laatst bijgewerkt op 2021-08-12 om 21:39:00

De huurder kan soms onbedoeld terecht komen in het traject van toetsing van de huurprijs. Als de huurder namelijk ten behoeve van een tegemoetkoming in de huur binnen 6 maanden na aanvang van de huurovereenkomst huurtoeslag aanvraagt (of ex artikel 7:271 lid 1 BW zes maanden na afloop van een door hem met betrekking tot die woonruimte voor de eerste maal aangegane huurovereenkomst voor de duur van twee jaar of korter als bedoeld in artikel 271 lid 1 BW, tweede volzin), dan kan via de weg van artikel 6 sub b UHW toetsing van de aanvangshuurprijs via de regeling van artikel 11 UHW plaatsvinden. In artikel 11 lid 1 UHW staat dat een verzoek op grond van artikel 6 sub b UHW wordt aangemerkt als een verzoek als bedoeld in artikel 7:249 BW (dus een door de huurder geïnitieerd verzoek om de aanvangshuurprijs te laten toetsen). Dit betekent dus dat de termijn van artikel 7:249 BW is veilig gesteld als dit verzoek tot verkrijgen van een huurtoeslag binnen de in dit artikel gestelde termijn wordt gedaan. Dit wordt ook bevestigd door de voorzitter van de Huurcommissie in een uitspraak op een verzetsprocedure op 8 mei 2013 (Zkn-2013-001668, WR 2014/79). Dit geldt dus ook als de verklaring van de voorzitter van de Huurcommissie na het verstrijken van de periode van zes maanden de huurder bereikt.

Geeft deze voorzitter een verklaring waaruit blijkt dat de overeengekomen huurprijs hoger is dan de maximale huurprijsgrens, dan wordt het verzoek van de huurder een dergelijke verklaring te geven tevens aangemerkt als een verzoek aan de Huurcommissie uitspraak te doen over de redelijkheid van de overeengekomen huurprijs als bedoeld in artikel 7:249 BW. De Huurcommissie beoordeelt de redelijkheid van de huurprijs van de woning aan de hand van de in artikel 10 lid 1 UHW gegeven regels.

Als de overeengekomen huurprijs lager is dan de maximale huurprijsgrens, dan wordt de huurprijs door de Huurcommissie als redelijk beoordeeld. Overschrijdt de overeengekomen huurprijs de maximale huurprijsgrens, dan wordt de huurprijs door de Huurcommissie als onredelijk hoog aangemerkt en stelt zij deze redelijk toegestane huurprijs vast op basis van de door de Huurcommissie gehanteerde puntentelling voor woonruimte vast op het niveau van de maximale huurprijsgrens behorende bij deze kwaliteit van deze woonruimte.