Laatst bijgewerkt op 2018-07-24 om 21:44:38
De termijnen van opzegging verschillen van elkaar. Voor de huurder gelden andere termijnen dan die voor de verhuurder. Voor de huurder is het van belang op de hoogte te zijn omtrent de aparte regeling van de opzegtermijn voor zowel de huurder als de verhuurder. Als de huurder zelf de huur op wenst te zeggen dan wil hij graag weten welke termijnen in acht genomen moeten worden. Als de huurder met een opzegging door de verhuurder wordt geconfronteerd dan is het van belang om te weten of er door de verhuurder een correcte opzeggingstermijn wordt gehanteerd.
Voor de huurder:
Voor de huurder geldt een opzegtermijn gelijk aan de tijd tussen twee opvolgende voor betaling van de huurprijs overeengekomen dagen, maar niet korter dan een maand en niet langer dan drie maanden. Noot 38 Als de huurder de huur per kwartaal voldoet, dan is voor de huurder dus een termijn van opzegging van drie maanden van toepassing zijn.
Tussentijdse opzegging door de huurder is doorgaans niet mogelijk als door de huurder een overeenkomst voor bepaalde tijd is gesloten.
Voor de verhuurder:
De opzegtermijn voor de verhuurder bedraagt tenminste drie maanden en wordt verlengd met een periode van 1 maand voor elk jaar dat de huurder het gehuurde heeft bewoond (met een maximum van totaal 6 maanden). Noot 40