De verhuurderbijdrage

Laatst bijgewerkt op 2021-03-13 om 23:16:06

De verhuurderbijdrage is een wettelijk verplichte bijdrage die verhuurders uit de sociale huursector en met meer dan 50 huurwoningen, jaarlijks moeten betalen aan de Huurcommissie.

De verhuurderbijdrage is gebaseerd op de gegevens die beschikbaar komen als gevolg van de aangifte verhuurderheffing (Wet maatregelen woningmarkt 2014 II) en niet de WOZ-waarde (Waardering Onroerende Zaken), omdat het aantal woningen een betere maatstaf is voor het potentieel aantal geschillen dat kan ontstaan. Kleine verhuurders met minder dan 51 woningen betalen geen verhuurderheffing en daardoor ook geen verhuurderbijdrage aan de Huurcommissie.

Deze verhuurderbijdrage zal jaarlijks worden betaald door verhuurders met meer dan 50 woningen in de gereguleerde sector (artikel 8b UHW). De verhuurders betalen een jaarlijks door de Huurcommissie vastgesteld tarief per huurwoning, minus 50 woningen (artikel 8e UHW). De adresgegevens en het aantal woningen (op peildatum van 1 januari van het jaar daarvóór) van de verhuurders ontvangt de Huurcommissie van de Belastingdienst. De verhuurder wordt door de Huurcommissie op basis van artikel 8a UHW telkens voor één kalenderjaar belast. Het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) int namens de Huurcommissie deze bijdrage bij de verhuurders.

Als de huurwoning aan meer eigenaren toebehoort, dan wordt deze verhuurderbijdrage op grond van artikel 8c UHW in rekening gebracht bij degene aan wie de beschikking, bedoeld in artikel 22 van de Wet waardering onroerende zaken, ter zake van die huurwoning op de voet van artikel 24, derde en vierde lid, van die wet is bekend gemaakt.

Verhuurders betalen een vast tarief per woning, waarbij de eerste 50 woningen niet meetellen. Voor 2018 is het tarief vastgesteld op €2,46 per woning.

Als de verhuurder de verhuurderbijdrage niet betaalt, heeft dat geen betrekking op de geschillenbeslechting, met andere woorden: dan worden geschillen wel in behandeling genomen. Er blijft een strikte scheiding tussen financiering en geschillenbeslechting.