Wasserij overeengekomen bestemming

ECLI:NL:GHAMS:2015:86

Instantie Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak 13-01-2015

Datum publicatie 22-01-2015

Zaaknummer 200.142.774-01

Rechtsgebieden

Civiel recht

Bijzondere kenmerken

Hoger beroep

Inhoudsindicatie

Huurovereenkomst bedrijfsruimte (wasserij). (Mogelijkheid) tot– voor gebruik als wasserij vereiste – gasaansluiting ontbrak. Geen gronden om mededelingen, handelen, nalaten van de makelaar toe te rekenen aan de verhuurster. 6:171 en 6:172 BW niet van toepassing. Aan bestemmingsbepaling kan in dit geval niet worden ontleend dat verhuurster zich had verbonden tot verhuur van een bedrijfsruimte die zonder meer geschikt was voor de exploitatie van een wasserij. Geen dwaling.

Vindplaatsen

Rechtspraak.nl

Uitspraak

arrest

___________________________________________________________________ _ _

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team II

zaaknummer: 200.142.774/01

zaak/rolnummer rechtbank Amsterdam : 1407657 CV EXPL 13-1921

arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 13 januari 2015

inzake

1. de vennootschap onder firma

[appellant sub 1],

gevestigd te [woonplaats], gemeente [gemeente],

2. [appellant sub 2],

wonende te [woonplaats] en

3. [appellante sub 3],

wonende te [woonplaats],

appellanten,

advocaat: mr. R.H. Steensma te Rotterdam,

tegen:

[geïntimeerde],

wonende te [woonplaats],

geïntimeerde,

advocaat: mr. E. Swart te Amsterdam.

1 Het geding in hoger beroep

Partijen worden hierna [appellanten] en [geïntimeerde] genoemd.

[appellanten] zijn bij dagvaarding van 18 februari 2014 in hoger beroep gekomen van een vonnis van de rechtbank Amsterdam (hierna: de kantonrechter) van 3 februari 2014 gewezen tussen [appellanten] als eisers in de hoofdzaak en [geïntimeerde] als gedaagde in de hoofdzaak.

Partijen hebben daarna de volgende stukken ingediend:

– memorie van grieven, met producties;

– memorie van antwoord, met producties.

Ten slotte is arrest gevraagd.

[appellanten] hebben geconcludeerd, naar het hof begrijpt, dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en alsnog de tussen partijen gesloten huurovereenkomst zal ontbinden, subsidiair zal vernietigen, meer subsidiair zal wijzigen en [geïntimeerde] zal veroordelen tot terugbetaling van alle vanaf 1 mei 2012 op grond van de huurovereenkomst betaalde bedragen, althans een andere beslissing et aequo et bono zal nemen ter zake de gevolgen van de ontbinding, vernietiging of wijziging van de huurovereenkomst en de vorderingen van Moes alsnog zal afwijzen, met beslissing over de proceskosten.

Moes heeft geconcludeerd tot bekrachtiging van het vonnis waarvan beroep, met beslissing over de proceskosten.

[appellanten] hebben in hoger beroep bewijs van hun stellingen aangeboden.

2 Feiten

2.1

De kantonrechter heeft in het bestreden vonnis onder 3.1 tot en met 3.6 de feiten vastgesteld die hij tot uitgangspunt heeft genomen. Deze feiten zijn in hoger beroep niet in geschil en dienen derhalve ook het hof als uitgangspunt. Samengevat en waar nodig aangevuld met andere feiten die zijn gebleken uit de niet (voldoende) weersproken stellingen van partijen, komen de feiten neer op het volgende.

2.1.1.

[appellanten] hebben op 1 mei 2012 als huursters een huurovereenkomst (hierna: de huurovereenkomst) gesloten met [geïntimeerde] als verhuurster met betrekking tot de bedrijfsruimte, hierna “het gehuurde” genoemd, gelegen te [woonplaats] aan [adres] te [woonplaats]. De huurovereenkomst is gesloten voor een termijn van vijf jaar.

2.1.2.

In huurovereenkomst komen onder meer de volgende bepalingen voor:

1.1

Verhuurder verhuurt aan huurder en huurder huurt van verhuurder de bedrijfsruimte, hierna ‘het gehuurde’ genoemd, gelegen aan [adres] te [woonplaats] (…) welke bedrijfsruimte nader is aangegeven op een door partijen geparafeerd proces-verbaal van oplevering (…)

1.2

Het gehuurde zal door of vanwege huurder uitsluitend worden bestemd om te worden gebruikt als wasserij en linnenverhuur.

2.1.3.

In het opleveringsrapport, dat door verhuurder en huurder is geparafeerd en behoort bij de huurovereenkomst, is onder meer een voorgedrukte tabel opgenomen waarin meterstanden kunnen worden ingevuld. In die tabel staat onder het kopje “soort” handmatig ingevuld “electra, water en verwarming” met vervolgens handmatig de bijbehorende meternummers en meterstanden. Verder is opgenomen een “Lijst van wel of niet tot het gehuurde behorend”. In die lijst is “Gasmeter” vermeld waarbij handmatig is aangekruist “niet”. Bij “Gas tussenmeter” is niets aangekruist.

2.1.4.

Voordat de huurovereenkomst werd gesloten liepen alle contacten via [X] (hierna: de makelaar) die als bedrijfsmakelaar optrad voor [geïntimeerde]. [appellanten] hebben in het bijzijn van de makelaar het gehuurde bezichtigd.

2.1.5.

In de projectinformatie over het gehuurde staat onder meer vermeld:

Kenmerken:

Soort: Bedrijfsruimte

(…)

Object

Een nette en praktische bedrijfsunit in een moderne bedrijvenstrook (…)

(…)

Voorzieningen

(…)

Stadsverwarming

(…)

2.1.6.

Bij brief van hun raadsman van 6 juni 2012 hebben [appellanten] [geïntimeerde] onder meer laten weten:

(…) Voor de bedrijfsvoering van cliënte (een wasserij) is de aanwezigheid van de (mogelijkheid tot) leverantie van gas een absolute vereiste. Doordat gasleverantie op het