2. Contractueel beding over de wijziging van de huurprijs

Laatst bijgewerkt op 2018-07-21 om 13:08:55

In beginsel mogen partijen in de huurovereenkomst voorzien in een bepaling waarin een wijziging van de huurprijs wordt geregeld. Ook hier geldt het beginsel van de contractsvrijheid. Een van de wet afwijkend beding is dus in beginsel geldig. Door artikel 7:303 BW kan de contractsvrijheid als genoemd in een door partijen overeengekomen contractuele bepaling worden aangevuld met deze wettelijke regeling of beperkt door deze regeling. In het hoofdstuk: Het begrip bedrijfsruimte is uitgelegd dat artikel 7:291 BW de afdeling over de huur van bedrijfsruimte semi-dwingend rechtelijke regels bevat. Dit betekent dat van deze regels wel in het voordeel van de huurder, doch niet in het nadeel van de huurder mag worden afgeweken. De huurder kan een bepaling in het contract vernietigen als deze in zijn nadeel strekt. Artikel 7:291 BW strekt immers ter bescherming van de belangen van de huurder en is ook van toepassing op contractuele bedingen die beogen af te wijken van de in artikel 7:303 BW opgenomen bevoegdheid een nadere vaststelling van de huurprijs te vorderen. Dit wordt ook bevestigd in een arrest van De Hoge Raad van 28 mei 2010 ( LJN: BL9562, Hoge Raad, 08/02927 ). Voor nadere begripsvorming op deze uitspraak is het zinvol de alinea’s 9, 10, 15 en 17 van de conclusie bij dit arrest van mr. Huydecoper te lezen. De Hoge Raad nam de argumentatie van mr. Huydecoper over bij de bepaling van haar standpunt.