Verzoek aanbrengen van wijzigingen in het gehuurde

Huurder wil wijzigingen aanbrengen in het gehuurde. De wettelijke regeling is vastgelegd in artikel 7:215 BW. De regeling is semi-dwingend recht, tenzij het de buitenzijde van de woning betreft. Voor de buitenzijde is de regeling regelend recht. Verschil in wijzigingen.

Veranderingen en toevoegingen aan het gehuurde die bij het einde van de huur zonder noemenswaardige kosten ongedaan gemaakt en verwijderd kunnen worden. Voor deze wijzigingen is geen toestemming van de verhuurder nodig (artikel 7:215 lid 1 BW). Als er geen sprake is van wijzigingen aan het gehuurde, doch aan zaken die niet tot het gehuurde behoren, behoeft de verhuurder geen wijzigingen te gedogen. In een dergelijk geval komt de materie van artikel 7:215 BW niet ter sprake. Dit kwam ook tot uitdrukking in een vonnis van de rechtbank ‘s-Gravenhage van 24 december 2014 ECLI:NL:RBDHA:2014:16078 , waarin de zaak werd behandeld van een huurder die zonnepanelen op het dak van het flatgebouw wenste te plaatsen. De huurder betoogde dat zij daartoe bevoegd zou zijn, omdat de panelen werden geplaatst op het dak boven de huurwoning. De verhuurder voerde als argument ter afwering van de vordering aan dat het dak van het complex waartoe het gehuurde behoort, geen onderdeel van het gehuurde uitmaakt en dat daarom de vordering afgewezen diende te worden. De kantonrechter was met de verhuurder van oordeel dat het dak van het complex waarin het gehuurde zich bevond niet tot het gehuurde behoorde.

Veranderingen die de verhuurbaarheid van de gehuurde woonruimte niet schaden, dan wel niet leiden tot een waardedaling van het gehuurde. De huurder moet toestemming voor deze wijzigingen vragen. De verhuurder moet toestemming voor deze wijzigingen verlenen (artikel 7:215 lid 2 BW en artikel 7:215 lid 4 eerste zin BW).

Veranderingen die noodzakelijk zijn voor een doelmatig gebruik van het gehuurde (woon- en bedrijfsruimte) door de huurder of het woongenot verhogen en geen zwaarwichtige bezwaren aan de zijde van de verhuurder zijn te noemen. De rechter dient een afweging van belangen te maken en kan de vordering dus afwijzen (artikel 7:215 lid 4 eerste zin BW).

Gegevens van de huurder

?

Als een natuurlijk persoon de eisende partij is, dan kan voor de brief worden volstaan met weergave van alleen de voorletters. Als de eisende partij een vennootschap is (besloten vennootschap, naamloze vennootschap) moet de volledige naam worden weergegeven: bijvoorbeeld de besloten vennootschap De Verhuurbaas BV, de naamloze vennootschap De Huurbaas NV; een vennootschap onder firma mag ook als eisende partij optreden. Bijvoorbeeld de vennootschap onder firma: De Huurbaas VOF. Natuurlijke personen “wonen” en vennootschappen (bedrijven) “zijn gevestigd”.

?

Hier wordt het adres van de huurder ingevuld. De straatnaam + plus huisnummer

?

Vul hier uw telefoonnummer in.

Gegevens verhuurder

?

Hier vult u de voorletters van de verhuurder in. Als er geen voorletters zijn als het gaat om een vennootschap, dan vult een streepje in (-).

?

Als de verhuurder een vennootschap is dan is het verstandig de correcte naam te verifiëren bij de Kamer van Koophandel ( KVK). Een onjuiste naam in de brief kan problemen opleveren als er sprake is van een onjuiste benaming. In de daarop volgende procedure kan er sprake zijn van een rauwelijkse dagvaarding als in de dagvaarding een andere naam staat dan in de brief. Dat kan gevolgen voor de kostenverdeling hebben. Als in een procedure op een onjuiste naam verder wordt geprocedeerd kan dit tevens leiden tot afwijzing van de vordering. Een onjuiste naam kan in de procedure nog wel worden gecorrigeerd als het alle partijen duidelijk is om welke partij het gaat. Bij een verstekzaak kan een onjuiste naam voor problemen in de verdere executie leiden, omdat er dan geen mogelijkheid is om de naam te corrigeren en het vonnis dan een onjuiste naam vermeldt. Als naam van een besloten vennootschap moet dan bijvoorbeeld worden vermeld: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid De Huurder BV; de vennootschap onder firma wordt als volgt benoemd: bijvoorbeeld de vennootschap onder firma De Huurder VOF.

?

Hier de straatnaam en huisnummer invullen

?

Vul hier de postcode van het adres van de verhuurder in.

?

Vul hier de woonplaats van de verhuurder in.

Gegevens van de vordering

?

Waarom is dit verzoek nodig ? De wet schrijft toestemming van de verhuurder voor als er sprake is van wijzigingen die niet zonder noemenswaardige kosten en moeite verwijderd kunnen worden. De huurder kan niet achteraf toestemming voor een wijziging vragen. Mocht de huurder de wijziging zonder toestemming hebben aangebracht, dan is er sprake van een ongeoorloofde wijziging. Bij het einde van de huurovereenkomst moet deze wijziging ongedaan worden gemaakt als de verhuurder dan pas van de wijziging op de hoogte wordt gesteld. Wanneer mag de verhuurder toestemming in alle redelijkheid niet weigeren? De wet zegt dat de rechter de vordering in ieder geval toe moet wijzen, indien de verhuurder door de wijziging niet wordt beschadigd en de verhuurbaarheid niet wordt verminderd. In andere gevallen wijst de rechter de vordering slechts toe, indien de veranderingen noodzakelijk zijn voor een doelmatig gebruik van het gehuurde door de huurder of het huurgenot verhogen en geen zwaarwichtige bezwaren aan de zijde van de verhuurder zich tegen het aanbrengen daarvan verzetten. Termijnen: Acht weken na dagtekening van de brief kan de huurder een vordering bij de rechter instellen om een machtiging te krijgen voor uitvoering van de wijzigingen Last of voorwaarde aan de wijzigingen: De rechter kan ook een voorwaarde of last op leggen. De rechter kan bijvoorbeeld als last opleggen dat de huurder het gehuurde weer in oorspronkelijke staat terug brengt. Deze eis kan de verhuurder dus ook aan zijn toestemming verbinden.