Noot 86

HR 7 mei 1993, NJ 1993, 402 (De Waard/Hallewas). De rechtbank had de belangen van partijen moeten afwegen, toen zij tot de conclusie kwam dat de verhuurder het gehuurde niet dringend nodig had voor eigen gebruik Rb. Utrecht 14 maart 2001, WR 2001, 65. Afweging ten gunste van verhuurder in verband met diens economisch belang bij bedrijfsuitbreiding. Rb. Amsterdam 29 november 2000, WR 2001, 26. Renovatie Zuiderbadcomplex. Belangenafweging pakt uit ten gunste van de huurder, omdat hij heeft verklaard aan de renovatie te zullen medewerken. Rb. Utrecht 14 maart 2001, WR 2001, 65. Afweging ten gunste van verhuurder in verband met diens economisch belang bij bedrijfsuitbreiding. De huurder heeft ruimschoots de gelegenheid gehad zijn investeringen af te schrijven. RB. Utrecht 9 juli 2003, WR 2003, 66. Het bedrijfseconomisch belang van de verhuurder bij sloop en nieuwbouw weegt zwaarder dan het belang van de huurder, die al geruime tijd bekend was met de plannen van de verhuurder.