RV – Eerste boek – Titel 2 – afdeling 1 – Artikel 90 (Mondelinge behandeling; proces-verbaal)

Laatst bijgewerkt op 2019-10-02 om 21:45:06

1. De rechter maakt van de mondelinge behandeling proces-verbaal op:

a. indien hij dit ambtshalve of op verzoek van een partij die daarbij belang heeft, bepaalt, of

b. op verzoek van de hoger beroepsrechter of de Hoge Raad.

2. Het proces-verbaal bevat ten minste de namen van de rechter of de rechters die de zaak behandelt onderscheidenlijk behandelen, die van partijen en van hun vertegenwoordigers of gemachtigden die op de mondelinge behandeling zijn verschenen, en die van de getuigen, deskundigen en tolken die op de mondelinge behandeling zijn verschenen.

3. Het proces-verbaal houdt een zakelijke samenvatting in van het verhandelde ter zitting.

4. De rechter kan bepalen dat de verklaring van een partij, getuige of deskundige geheel in het proces-verbaal zal worden opgenomen. In dat geval wordt de verklaring onverwijld op schrift gesteld en aan de partij, getuige of deskundige voorgehouden. Deze mag daarin wijzigingen aanbrengen, die op schrift worden gesteld en aan de partij, getuige of deskundige worden voorgelezen. De verklaring wordt door de partij, getuige of deskundige ondertekend. Heeft ondertekening niet plaats, dan wordt de reden daarvan in het proces-verbaal vermeld.

5. Het proces-verbaal wordt door de rechter ondertekend. Bij verhindering van de rechter wordt dit in het proces-verbaal vermeld.

6. De griffier verstrekt zo spoedig mogelijk een afschrift van het proces-verbaal aan de eiser en de in het geding verschenen gedaagde.

7. De rechter kan bepalen dat het proces-verbaal, bedoeld in het eerste lid en derde lid, wordt vervangen door een door of namens hem gemaakte beeld- of geluidsopname. In dat geval kan de hogerberoeps-rechter of de Hoge Raad alsnog verzoeken om een schriftelijke weergave van het proces-verbaal.

8. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over de toepassing van beeld- en geluidsopnamen.

RV – Eerste boek – Titel 2 – afdeling 1 – Artikel 89 (mondelinge behandeling)

Laatst bijgewerkt op 2019-10-02 om 21:43:38

  1. Indien een schikking tot stand komt, eindigt de procedure. Van de zitting waarop een schikking is bereikt, wordt een proces-verbaal opgemaakt, dat door de rechter en partijen of hun tot dat doel bijzonder gevolmachtigden wordt ondertekend en waarin de verbintenissen die partijen ten gevolge van die schikking op zich nemen, worden neergelegd. De uitgifte van dit proces-verbaal geschiedt in executoriale vorm.
  2. Indien geen schikking tot stand komt, bepaalt de rechter de dag waarop de zaak weer op de rol zal komen.
    Tweede