Laatst bijgewerkt op 2022-01-09 om 16:12:11

UHW – Hoofdstuk 1 – paragraaf 1 – artikel 1 (begripsomschrijving)

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: a. gebrek: gebrek als bedoeld in artikel 7:241 van het Burgerlijk Wetboek; b. huurcommissie: huurcommissie als bedoeld in artikel 3a; ic. nflatiepercentage: het onmiddellijk voorafgaand aan de datum van 1 juli, ieder jaar in januari door het Centraal Bureau...
Lees meer

UHW – Hoofdstuk 1 – paragraaf 2 – artikel 2 (niet van toepassing op overeenkomsten ex 7:232 lid 2 BW)

Deze wet is niet van toepassing op overeenkomsten van huur en verhuur van woonruimte die een gebruik betreffen, dat naar zijn aard slechts van korte duur is.
Lees meer

UHW – Hoofdstuk 1 – paragraaf 2 – artikel 3

Op huurovereenkomsten waarop ingevolge artikel 7:247 van het Burgerlijk Wetboek onderafdeling 2 van afdeling 5 van titel 7.4 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek ten dele van toepassing is, is deze wet slechts van toepassing voorzover dat uit die onderafdeling voortvloeit. Bij algemene maatregel van bestuur wordt het in...
Lees meer

UHW – Hoofdstuk 2 – paragraaf 1 – artikel 3a (Over de Huurcommissie)

Er is een huurcommissie. De huurcommissie bestaat uit een bestuur en minimaal vier en maximaal tien zittingsvoorzitters. Daarnaast bestaat de huurcommissie uit zittingsleden uit de kring van huurders onderscheidenlijk de kring van verhuurders. Voor de behandeling van geschillen als bedoeld in artikel 4a kunnen ook personen van buiten de kring...
Lees meer

UHW – Hoofdstuk 2 – paragraaf 1 – artikel 3b (Over de voorzitter van de Huurcommissie)

 De voorzitter, de plaatsvervangend voorzitter en de zittingsvoorzitters worden door Onze Minister benoemd, geschorst en ontslagen. De voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter worden benoemd voor een tijdvak van zes jaar en kunnen voor maximaal een aansluitend tijdvak van zes jaar als voorzitter onderscheidenlijk plaatsvervangend voorzitter worden herbenoemd. De zittingsvoorzitters worden...
Lees meer

UHW – Hoofdstuk 2 – paragraaf 1 – artikel 3c (Over het bestuur van de Huurcommissie)

Het bestuur geeft leiding aan de werkzaamheden van de huurcommissie en de administratieve ondersteuning.
Lees meer

UHW – Hoofdstuk 2 – paragraaf 1 – artikel 3d (Over de zittingsleden van de Huurcommissie)

De zittingsleden worden door Onze Minister benoemd, geschorst en ontslagen. Zij worden benoemd voor een tijdvak van vier jaar en kunnen voor maximaal twee aansluitende tijdvakken van vier jaar als zittingslid worden herbenoemd. Het bestuur wordt over de benoeming en de herbenoeming gehoord. Tot zittingslid worden slechts benoemd personen die...
Lees meer

UHW – Hoofdstuk 2 – paragraaf 1 – artikel 3e (ontslag voorzitters van de Huurcommissie bij bereiken le

Onverminderd artikel 12, tweede lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen, worden de voorzitter, de plaatsvervangend voorzitter en de zittingsvoorzitters ook ontslagen indien zij de leeftijd van zeventig jaren hebben bereikt.
Lees meer

UHW – Hoofdstuk 2 – paragraaf 1 – artikel 3f ( Het bestuur stelt een bestuursreglement vast)

Het bestuur stelt een bestuursreglement vast, gehoord de zittingsvoorzitters. Het reglement behoeft de goedkeuring van Onze Minister. Artikel 11, tweede lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen is van overeenkomstige toepassing. In het bestuursreglement worden de hoofdlijnen van de inrichting en de werkwijze van de organisatie van de huurcommissie, alsmede de...
Lees meer

UHW – Hoofdstuk 2 – paragraaf 1 – artikel 3g (Over de Raad van Advies van de Huurcommissie)

Er is een Raad van Advies. De Raad bestaat uit negen leden, die afkomstig zijn uit de door Onze Minister aangewezen organisaties van huurders en verhuurders en onafhankelijke organisaties of personen, waarbij die organisaties van huurders en verhuurders in de Raad gelijkelijk zijn vertegenwoordigd. De leden hebben een deskundigheid die...
Lees meer

UHW – Hoofdstuk 2 – paragraaf 1 – artikel 3h (Over de administratieve ondersteuning van de Huurcommiss

Onze Minister voorziet in de administratieve ondersteuning van de huurcommissie.
Lees meer

UHW – Hoofdstuk 2 – paragraaf 1 – artikel 3i (Over het bijhouden van een openbaar register van de uits

Het bestuur houdt een openbaar register aan, waarin met weglating van de namen van de betrokken huurders, verhuurders, bewonerscommissies als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel g, van de Wet op het overleg huurders verhuurder en huurdersorganisaties als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel f, van die wet...
Lees meer

UHW – Hoofdstuk 2 – paragraaf 1 – artikel 3j (De minister kan de uitspraken van de Huurcommissie niet

In afwijking van artikel 22, eerste lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen, strekt de bevoegdheid van Onze Minister tot het vernietigen van besluiten zich niet uit tot de uitspraken, de adviezen en de verklaringen van de huurcommissie onderscheidenlijk de voorzitter. Onze Minister treedt bij de uitvoering van de bevoegdheden, toegedeeld...
Lees meer

UHW – Hoofdstuk 2 – paragraaf 2 – artikel 4 (Taken van de Huurcommissie)

1. De huurcommissie heeft de in het tweede tot en met vijfde lid en in de artikelen 4a en 5 aangegeven taken. 2. De huurcommissie doet uitspraak: 0a.ingevolge artikel 7:248, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek over verhoging van de huurprijs; a. ingevolge artikel 7:249 van het Burgerlijk Wetboek over...
Lees meer

UHW – Hoofdstuk 2 – paragraaf 2 – artikel 4a (De Huurcommissie doet uitspraak in geschillen over)

De huurcommissie doet uitspraak in geschillen over: a. het voeren van overleg en het verschaffen van informatie als bedoeld in de Wet op het overleg huurders verhuurder; b. het bevorderen van de werkzaamheden van een bewonerscommissie als bedoeld in die wet; c. het vergoeden van kosten van een huurdersorganisatie als...
Lees meer

UHW – Hoofdstuk 2 – paragraaf 2 – artikel 5 (De Huurcommissie verstrekt de rechter inlichtingen over h

De huurcommissie verstrekt desverzocht aan de rechter nadere inlichtingen over een door haar gedane uitspraak, alsmede, ingeval zij geen uitspraak heeft gedaan, indien de rechter geacht kan worden daarbij belang te hebben, over de aan een woonruimte toe te kennen kwaliteit en een voor die woonruimte redelijk te achten huurprijs....
Lees meer

UHW – Hoofdstuk 2 – paragraaf 2 – artikel 6 (Taak voorzitter Huurcommissie)

De voorzitter heeft tot taak: a. in afwijking van artikel 4, eerste lid, in de in het tweede en derde lid van dat artikel aangegeven gevallen en over geschillen als bedoeld in artikel 4a uitspraak te doen indien ten aanzien van een aan de huurcommissie gedaan verzoek een van de...
Lees meer

UHW – Hoofdstuk 2 – paragraaf 3 – artikel 7 (De verschuldigde vergoeding)

1. Voor het door de huurcommissie doen van een uitspraak als bedoeld in artikel 4, tweede, derde of vijfde lid, is door de verzoeker een voorschot op de voor hem geldende vergoeding aan de Staat, bedoeld in het tweede lid, verschuldigd of door de partij die niet de verzoeker is,...
Lees meer

UHW – Hoofdstuk 2 – paragraaf 3 – artikel 7a (De verschuldigde vergoeding)

Voor het door de huurcommissie doen van een uitspraak als bedoeld in artikel 4a, is door de verzoeker een vergoeding aan de Staat verschuldigd. Het bedrag van de in het eerste lid bedoelde vergoeding wordt bij algemene maatregel van bestuur vastgesteld. Op verzoek van een verzoeker die een natuurlijk persoon...
Lees meer

UHW – Hoofdstuk 2 – paragraaf 3 – artikel 8 (De verschuldigde vergoeding)

Voor het door de huurcommissie uitbrengen van een advies als bedoeld in artikel 5, derde lid, is door de verzoeker een vergoeding aan de Staat verschuldigd, waarvan het bedrag bij algemene maatregel van bestuur wordt vastgesteld, mede aan de hand van het gegeven of de verzoeker een huurder of een...
Lees meer

UHW – Hoofdstuk IIa – artikel 8a (verhuurderbijdrage)

Onder de naam verhuurderbijdrage legt de huurcommissie een bijdrage op ter bestrijding van de geraamde lasten van de huurcommissie in één kalenderjaar.
Lees meer

UHW – Hoofdstuk IIa – artikel 8b (Bijdrage jaar verhuurderbijdrage)

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: bijdragejaar: kalenderjaar waarover de verhuurderbijdrage is verschuldigd; huurwoning: in Nederland gelegen voor verhuur bestemde woning die ingevolge artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken als één onroerende zaak wordt aangemerkt en waarvan de huurprijs niet hoger is dan het bedrag, genoemd in artikel 13, eerste lid, onderdeel...
Lees meer

UHW – Hoofdstuk IIa – artikel 8c (wie moet de verhuurbijdrage voldoen?)

Indien er ter zake van een huurwoning meer dan één genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is, wordt voor de verhuurderbijdrage de huurwoning in aanmerking genomen bij degene aan wie de beschikking, bedoeld in artikel 22 van de Wet waardering onroerende zaken, ter zake van die huurwoning op de voet...
Lees meer

UHW – Hoofdstuk IIa – artikel 8 d (welke verhuurder is bijdrage plichtig?)

Bijdrageplichtig voor de verhuurderbijdrage is de verhuurder die op grond van artikel 1.9 van de Wet maatregelen woningmarkt 2014 IIover het kalenderjaar voorafgaande aan het bijdragejaar in de verhuurderheffing is betrokken en die bij aanvang van dat kalenderjaar het genot krachtens eigendom, bezit of beperkt recht heeft van meer dan 50...
Lees meer

UHW – Hoofdstuk IIa – artikel 8 e (Opbrengst verhuurderbijdrage)

De totale opbrengst van de verhuurderbijdrage komt overeen met het geraamde bedrag op de begroting van Wonen en Rijksdienst over het bijdragejaar. Om de verhuurderbijdrage te berekenen wordt het geraamde bedrag omgeslagen over de verhuurders naar rato van het aantal huurwoningen, waarbij de eerste 50 woningen niet worden meegeteld.
Lees meer

UHW – Hoofdstuk IIa – artikel 8 f (verhuurderbijdrage is uiterlijk 31 december verschuldigd)

De verhuurderbijdrage wordt verschuldigd op uiterlijk 31 december van het bijdragejaar.
Lees meer

UHW – Hoofdstuk 3 – paragraaf 1 – artikel 9 (Toetsingscriteria Huurcommissie)

1. Een verzoek aan de huurcommissie wordt schriftelijk ingediend. 2. De huurcommissie toetst bij aan haar gedane verzoeken of voldaan is aan de voor die verzoeken bij of krachtens titel 4 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, bij de Wet op het overleg huurders verhuurder en bij of krachtens...
Lees meer

UHW – Hoofdstuk 3 – paragraaf 1 – artikel 9a (Collectieve behandeling van zaken)

Indien binnen een wooncomplex als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het overleg huurders verhuurder sprake is van gelijkluidende of nagenoeg gelijkluidende verzoeken kunnen deze door ten minste de helft van de partijen die een woonruimte huren binnen dat wooncomplex of deel van dat wooncomplex collectief worden ingediend....
Lees meer

UHW – Hoofdstuk 3 – paragraaf 1 – artikel 10 (Verwijzing over de kwaliteit van woonruimte)

1Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gegeven voor de waardering van de kwaliteit van een woonruimte, van de redelijkheid van de huurprijs en van wijziging daarvan, waarbij onderscheid kan worden gemaakt tussen woonruimte waarvoor de eigenaar een voor die woonruimte, overeenkomstig de op grond van artikel 120 van...
Lees meer

UHW – Hoofdstuk 3 – paragraaf 1 – artikel 10a

1. In afwijking van artikel 10, tweede lid, kan de huurprijs worden verhoogd tot ten hoogste: a. het bedrag dat voor dat jaar is voorzien in de bij aanvang van de huur overeengekomen stapsgewijze verhoging van de huurprijs, bedoeld in artikel 7:252c onder a BW; b. het bedrag van de...
Lees meer

UHW – Hoofdstuk 3 – paragraaf 2 – artikel 11 (Toetsing aanvangshuurprijs)

In geval van een verzoek als bedoeld in artikel 7:249 van het Burgerlijk Wetboek doet de huurcommissie uitspraak omtrent de redelijkheid van de overeengekomen huurprijs. Als een dergelijk verzoek wordt mede aangemerkt een verzoek ingevolge artikel 6, eerste lid, aanhef en onderdeel b, indien een aanvraag om een huurtoeslag voor...
Lees meer

UHW – Hoofdstuk 3 – paragraaf 2 – artikel 12 (Toetsing aanvangshuurprijs + letten op gebreken)

In geval van een verzoek als bedoeld in artikel 7:249 van het Burgerlijk Wetboek spreekt de huurcommissie tevens uit of zij van oordeel is dat de overeengekomen huurprijs of de op grond van artikel 11, derde lid, redelijk geachte huurprijs, gelet op de gebreken ten aanzien van de woonruimte, in...
Lees meer

Artikel 12a UHW

In geval van een verzoek als bedoeld in artikel 7:248, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek doet de huurcommissie uitspraak over de redelijkheid van de huurprijsverhoging die volgt uit het in het derde lid van dat artikel bedoelde beding. De huurcommissie toetst de huurprijsverhoging aan het krachtens artikel 10, derde...
Lees meer

UHW – Hoofdstuk 3 – paragraaf 3 – artikel 13 (verhoging van de huurprijs)

In geval van een verzoek als bedoeld in artikel 7:253 van het Burgerlijk Wetboek doet de huurcommissie uitspraak omtrent de redelijkheid van de huurprijsverhoging die staat vermeld in het daaraan ten grondslag liggende voorstel. De huurcommissie spreekt uit welke huurprijsverhoging zij redelijk acht, in welk geval zij tevens aangeeft tot...
Lees meer

UHW – Hoofdstuk 3 – paragraaf 4 – artikel 14 (Verlaging van de huurprijs)

In geval van een verzoek als bedoeld in artikel 7:254 van het Burgerlijk Wetboek doet de huurcommissie uitspraak omtrent de redelijkheid van de huurprijsverlaging die staat vermeld in het daaraan ten grondslag liggende voorstel. De huurcommissie spreekt uit welke huurprijsverlaging zij redelijk acht, in welk geval zij tevens aangeeft tot...
Lees meer

Artikel 14a UHW

Het voorgestelde artikel 14a van de Uitvoeringswet huurprijzen draagt de huurcommissie op om, indien artikel 54a van de Woningwet de woningcorporatie verplicht tot het doen van een huurverlagingsvoorstel, de huurprijs na verlaging te bepalen op het toepasselijke bedrag, bedoeld in artikel 54a, eerste lid, van de Woningwet. De huurcommissie doet...
Lees meer

UHW – Hoofdstuk 3 – paragraaf 5 – artikel 15 (Verhoging van de huurprijs na renovatie)

In geval van een verzoek als bedoeld in artikel 7:255 van het Burgerlijk Wetboek doet de huurcommissie uitspraak omtrent de huurprijswijziging die zij redelijk acht. De huurcommissie vermeldt in de uitspraak dat de overeengekomen huurprijs redelijk is dan wel welke de huurprijs is die zij redelijk acht, alsmede de datum...
Lees meer

Artikel 15a UHW

In geval van een verzoek als bedoeld in artikel 7:255a, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek doet de huurcommissie uitspraak omtrent de huurprijswijziging die zij redelijk acht. Artikel 15, eerste lid, tweede volzin, en tweede lid, eerste volzin, is van overeenkomstige toepassing.
Lees meer

UHW – Hoofdstuk 3 – paragraaf 6 – artikel 16 (Huurverlaging als gevolg van een gebrek)

In geval van een verzoek als bedoeld in artikel 7:257, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek doet de huurcommissie uitspraak of zij van oordeel is dat de overeengekomen huurprijs, in verband met de gebreken ten aanzien van de woonruimte, in rekening dient te worden gebracht. Indien de commissie van oordeel...
Lees meer

UHW – Hoofdstuk 3 – paragraaf 7 – artikel 17 (verzoek splitsing all-inhuurprijs)

In geval van een verzoek als bedoeld in artikel 7:258 van het Burgerlijk Wetboek oordeelt de huurcommissie dat de voorgestelde huurprijs redelijk is als deze niet lager dan 55% van de overeengekomen prijs en het voorgestelde voorschotbedrag voor de kosten voor nutsvoorzieningen en servicekosten niet lager dan 25% van de...
Lees meer

UHW – Hoofdstuk 3 – paragraaf 7 – artikel 17a (Ambtshalve splitsing all-in huurprijs)

Ingeval bij een verzoek als bedoeld in artikel 7:249, 7:253, 7:254, 7:255, 7:257, tweede lid, 7:260 of 7:261, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek, blijkt dat de huurovereenkomst meer omvat dan het enkele gebruik van de woonruimte en bij die overeenkomst slechts de hoogte van de prijs en niet die...
Lees meer

UHW – Hoofdstuk 3 – paragraaf 8 – artikel 18 (betalingsverplichting voorschotbedragen)

1 In geval van een verzoek als bedoeld in artikel 7:260 van het Burgerlijk Wetboek doet de huurcommissie uitspraak omtrent de betalingsverplichting van de huurder met betrekking tot de servicekosten. 2 De huurcommissie toetst de kosten voor nutsvoorzieningen met een individuele meter aan de voor de berekening daarvan geldende wettelijke...
Lees meer

UHW – Hoofdstuk 3 – paragraaf 9 – artikel 19 (betalingsverplichting voorschotbedragen met individuele

In geval van een verzoek als bedoeld in artikel 7:261 van het Burgerlijk Wetboek doet de huurcommissie uitspraak omtrent de redelijkheid van het voorschotbedrag voor de kosten voor nutsvoorzieningen met een individuele meter. De huurcommissie beoordeelt of het voorschotbedrag voor de kosten voor nutsvoorzieningen met een individuele meter, indien nodig...
Lees meer

UHW – Hoofdstuk 3 – paragraaf 9a – artikel 19bis (De energieprestatievergoeding)

In geval van een verzoek als bedoeld in artikel 7:261a van het Burgerlijk Wetboek doet de huurcommissie uitspraak omtrent de redelijkheid van de betalingsverplichting van de huurder ter zake van de energieprestatievergoeding. De huurcommissie toetst daarbij aan de in de leden 2 en 3 bedoelde regels. De energieprestatievergoeding is gebaseerd...
Lees meer

UHW – Hoofdstuk 3 – paragraaf 10 – artikel 19a (Geschillen die voortvloeien uit de Wet op het overleg

1. Indien de huurcommissie constateert dat sprake is van een schending door de verhuurder van een verplichting die voortvloeit uit de Wet op het overleg huurders verhuurder waardoor de verzoeker is benadeeld, kan zij bepalen dat, voor zover het geschil betrekking heeft op voorgenomen beleid van een verhuurder als bedoeld...
Lees meer

UHW – Hoofdstuk 3 – paragraaf 11 – artikel 19aa

Indien de huurcommissie constateert dat de klacht, bedoeld in artikel 4, vijfde lid, betrekking heeft op een gedraging van de verhuurder als bedoeld in dat artikellid waardoor de huurder is benadeeld, kan zij uitspreken dat de klacht gegrond is.
Lees meer

UHW – Hoofdstuk 3a – artikel 19b (bescherming van persoonsgegevens)

De verhuurder vraagt en gebruikt de gegevens, die overeenkomstig artikel 7: 252a, vierde tot en met zesde lid, van het Burgerlijk Wetboek worden verstrekt, uitsluitend voor het doen van een voorstel tot verhoging van de huurprijs als bedoeld in het eerste lid van dat artikel. De betrokken gegevens, bedoeld in...
Lees meer

UHW – Hoofdstuk 3a – artikel 19c (bescherming van persoonsgegevens)

De rijksbelastingdienst verstrekt jaarlijks aan het bestuur een overzicht van, indien sprake is van een verhuurder die krachtens eigendom, bezit of beperkt recht het genot heeft van meer dan 50 huurwoningen, de naam-, adres- en woonplaatsgegevens en de gegevens over het aantal huurwoningen van de verhuurders die op grond van...
Lees meer

UHW – Hoofdstuk 3a – artikel 19d (bescherming van persoonsgegevens)

1. Het bestuur vraagt en gebruikt de gegevens, bedoeld in artikel 19c, uitsluitend voor het heffen en het innen van de verhuurderbijdrage. 2. De betrokken gegevens, bedoeld in het eerste lid, worden bewaard totdat de verhuurderbijdrage onherroepelijk is geworden. 3. Het bestuur voert ten behoeve van een getrouwe weergave van...
Lees meer

UHW – Hoofdstuk IV. Voorzittersuitspraken – artikel 20

1. a. De voorzitter doet onverwijld, in ieder geval binnen vier weken na het verstrijken van de in artikel 7, vierde lid, genoemde termijn, dan wel, indien de in dat artikellid bedoelde oproep niet behoeft te worden gedaan, na het tijdstip waarop de aldaar bedoelde vergoeding van de verzoeker is...
Lees meer

UHW – Hoofdstuk 5 – paragraaf 1 – artikel 21 (werkwijze Huurcommissie)

Het bestuur vormt voor de behandeling van zaken ter zitting bij bestuursreglement als bedoeld in artikel 3f zittingscommissies. De zittingscommissie houdt zitting in het arrondissement waarbinnen de woonruimte waarop het geschil betrekking heeft, is gelegen. Indien daartoe aanleiding bestaat kan het bestuur bepalen dat de zittingscommissie zitting houdt in een...
Lees meer

UHW – Hoofdstuk 5 – paragraaf 4 – artikel 37 (De uitspraak en verdere bepalingen)

De huurcommissie doet binnen vier maanden na het verstrijken van de in artikel 7, vierde lid, genoemde termijn, dan wel, indien de in dat artikellid bedoelde oproep niet behoeft te worden gedaan, na het tijdstip waarop de aldaar bedoelde vergoeding van de verzoeker is ontvangen, schriftelijk en met redenen omkleed...
Lees meer

UHW – Hoofdstuk 5 – paragraaf 4 – artikel 39 (geen inzicht geven in gegevens is een strafbaar feit)

Het bestuur kan, voor zover dat redelijkerwijs voor de uitoefening van de taken van de huurcommissie, bedoeld in de artikelen 4, tweede tot en met vierde lid, 4a en 5, en de taken van de voorzitter, bedoeld in artikel 6, eerste lid, nodig is, van de verhuurder inzage en het nemen van afschrift vorderen van...
Lees meer

UHW – Hoofdstuk 6 – artikel 50 (geen afwijking mogelijk van deze wet)

De toepasselijkheid van de bepalingen van deze wet kan niet bij overeenkomst worden uitgesloten of beperkt.
Lees meer

UHW – Hoofdstuk 6 – artikel 51 (Overleggen uitspraak Huurcommissie of rechter noodzakelijk)

In elke na het verstrijken van de termijn, bedoeld in artikel 7:260, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek, ingestelde rechtsvordering ter zake van de vergoedingen, bedoeld in het eerste lid van dat artikel, wordt een uitspraak van de huurcommissie dan wel beschikking van de rechter omtrent de betalingsverplichting van de...
Lees meer

UHW – Hoofdstuk 6 – artikel 52 (Rechtsvorderingen in verband met onverschuldigde betaling)

In elke rechtsvordering ter zake van hetgeen onverschuldigd mocht zijn betaald in verband met een overeenkomst als bedoeld in artikel 7:258 van het Burgerlijk Wetboek waarbij partijen slechts de hoogte van de prijs en niet die van de huurprijs zijn overeengekomen, wordt een uitspraak van de huurcommissie, als bedoeld in...
Lees meer

 

 

 

Tekst op 9 januari 2022 aangepast aan de hand van de tekst van Overheid.nl wegens de gewijzigde mogelijkheid om de huurprijzen te verhogen van niet-geliberaliseerde woonruimte. Gewijzigd zijn: artikel 10 UHW, artikel 13 UHW en artikel 14 UHW.