De ingangsdatum van de huurovereenkomst wordt als peildatum van de huurprijs genomen

Laatst bijgewerkt op 2021-08-13 om 22:37:10

De Huurcommissie dient voor beantwoording van de vraag of zij is bevoegd een oordeel over een zaak te geven na te gaan of de huurprijs bij aanvang van de huurovereenkomst onder de liberalisatiegrens valt. Valt deze huurprijs boven de liberalisatiegrens, dan is er sprake van geliberaliseerde woonruimte en is de Huurcommissie niet bevoegd de huurprijs aan te passen. Uitzondering op deze regel ten behoeve van de geliberaliseerde huurder betreft de gereguleerde huurverhoging gedurende de periode van 3 jaar vanaf 1 mei 2021 ingevolge de Wet maximering huurprijsverhogingen geliberaliseerde woonruimte én de huurverhoging wegens renovatie. De geliberaliseerde huurder kan voor deze periode bij geschillen met de verhuurder tijdelijk ook de Huurcommissie inroepen.

De Huurcommissie zal zich dus niet bevoegd verklaren om een oordeel over een zaak te geven als huur van de woning op ingangsdatum van de overeenkomst op basis van het puntenwaarderingsstelsel uitkomt op een bedrag dat hoger is dan de liberalisatiegrens. Het logisch gevolg hiervan is dat de Huurcommissie wél bevoegd is als de huurprijs gedurende de looptijd van het huurcontract boven de liberalisatiegrens uitstijgt. Vanaf 1 januari 2011 wordt de liberalisatiegrens elk jaar volgend op het jaar 2011 op 1 januari 2011 vastgesteld. Voor huurovereenkomsten die vóór 1989 zijn gesloten, geldt deze begrenzing niet: alle deze huurovereenkomsten woonruimte worden als niet-geliberaliseerd aangemerkt.