Passende woonruimte is harde eis (Ad C)

Laatst bijgewerkt op 2020-08-20 om 16:52:25

Als de verhuurder aan heeft kunnen tonen dat er sprake is van een dringende reden die aan deze opzegging ten grondslag ligt en als de belangenafweging in het voordeel van de verhuurder is beklonken, dan zal er passende vervangende woonruimte ten behoeve van de huurder beschikbaar moeten zijn. Als er geen passende vervangende woonruimte beschikbaar is, dan kan er in beginsel geen sprake zijn van een huuropzegging. Als de huurder voorafgaande aan de procedure woningen heeft afgewezen die achteraf door de rechter als geschikt aangemerkt worden, kan worden gesproken van aanwezigheid van passende vervangende woonruimte Noot 73. De rechter zal in dit geval moeten onderzoeken of van de verhuurder kan worden gevergd het gehuurde nog langer aan de huurder te verhuren. Zie ook het arrest van de Hoge raad van 4 november 1988 Noot 73a.
Het hof te ‘s-Hertogenbosch ging in haar arrest van 15 februari 2011 (HD 200.039.308, RVR 2011/47) ervan uit dat er sprake is van passende vervangende woonruimte ook als deze woonruimte een wezenlijk ander woongenot kan bieden dan de oorspronkelijke woning. Tevens kan in dit kader de huurprijs van de vervangende woning aanmerkelijk hoger zijn, mits de huur de huurder in kwestie maar ‘past’.

Een voorbeeld van het inkomen van de huurder en wat als passend wordt aangemerkt, wordt gegevens in een zaak die voor de rechtbank Amsterdam heeft gespeeld. De casus luidt als volgt. Een huurder sluit een huurovereenkomst met een verhuurder voor € 1.100 per maand. De huurprijs wordt door de Huurcommissie teruggebracht naar een huurprijs van € 280 per maand. De verhuurder zegt de huurovereenkomst op wegens dringende reden.
Wat er ook zij van de gronden van opzegging en de beoordeling daarvan door de rechter van de rechtbank Amsterdam, sector kanton, locatie Amsterdam van 11 april 2012 (Noot 73t), het interessant om de overwegingen van de rechter over passende vervangende woonruimte te aanschouwen. De huurder stelt vervangende woonruimte boven het bedrag van € 280 niet te kunnen betalen. De rechter is van mening dat het hier niet gaat om de prijsklasse van de woning rond de € 300. De huurder heeft er immers, door een huurovereenkomst te sluiten voor een prijs van € 1.100 per maand, er blijk van gegeven € 1.100 per maand te kunnen betalen en dan is er keus genoeg betreffende passende vervangende woonruimte.