Laatst bijgewerkt op 2018-06-23 om 14:20:30
Het is niet mogelijk om artikel 7: 210 BW in te roepen als het gaat om tijdelijke onmogelijkheid van het genot. Verhuurders zouden daardoor situaties kunnen aangrijpen om zich van een hen niet meer welgevallige huurovereenkomst te ontdoen. Voor huurder bestaat de mogelijkheid van ontbinding van de overeenkomst op grond van artikel 7:279 lid 1 BW. Indien een gebrek in de zin van artikel 7:204 BW het deel van gehuurde woonruimte dat voor de huurder en zijn gezin voor bewoning noodzakelijk is, onbewoonbaar maakt dan wel werkzaamheden tot verhelpen van een zodanig gebrek dit doen of zullen doen, is de huurder bevoegd de huur op de voet van artikel 6:267 BW te ontbinden.
Volgens artikel 7:279 lid 2 BW heeft de huurder dezelfde bevoegdheid, wanneer het gebruik van de gehuurde woonruimte gevaren oplevert.